Filmdoelen
Zelfs als er slechts een enkel gordijn dichtgeschoven is, komen leerlingen al binnen met de vraag: ‘Krijgen we video?’ Ze zijn gek op film.
Dat enthousiasme bekoelt wat als je erbij gaat vertellen en opdrachten gaat geven. Het wordt je in eerste instantie niet in dank afgenomen als je de videorecorder stilzet en begint toe te lichten. Help je je leerlingen om over die drempel heen te stappen en dwing je ze tot ontdekken en kritisch kijken, dan draaien de leerlingen bij. ‘Goh, juf daar let ik nooit op. Daar heb ik nooit bij stilgestaan. Ik wist niet dat het zo werkte.’ Ze voelen dat ze wat leren.
Het is goed mogelijk om een film op band op te nemen en deze in de les te gebruiken. Aan de hand van die film kunt u dan allerlei kenmerken van dit genre behandelen. Een korte televisiefilm is geschikt, omdat zo'n film soms niet meer dan een half uur duurt.
Bioscoopfilms kosten meer lestijd, maar hebben ook bijzondere mogelijkheden; denk bijvoorbeeld aan alle films over de legende rond koning Arthur.
Die lestijd is wel te vinden als u wat doelen combineert, fictiedoelen met spreek- en luisterdoelen bijvoorbeeld. Speelfilms kunnen verschillende doelen dienen. U kunt film gebruiken om literaire begrippen als tijd, ruimte, opbouw en thema te behandelen.
Of om leerlingen inzicht te geven in de relatie tussen fictie en werkelijkheid, of om hen te trainen in het geven van een persoonlijke reactie.
Ook kunt u de beleving van speelfilms centraal stellen. Zelf vind ik het belangrijk dat leerlingen zich (leren) realiseren welk effect een film op hen heeft, en (leren) inzien hoe filmmakers zulke effecten proberen te bereiken.
Films kunnen veel invloed hebben op leerlingen zonder dat zij zich daarvan bewust zijn.
Een leerling zou kortom best op een zinvolle manier zijn ‘lijst bij elkaar kunnen kijken’.