De leerstof: de bijbelse geschiedenis
Het bijzondere gedeelte begint met een overzicht van de leerstof, een verantwoording van de keuzen die gedaan zijn en een lesschema. Daarop volgen de veertig uitgewerkte lessen. We vinden die terug in acht perioden en twee losse verhalen. Met die verhalen van Judit en Job wordt de cyclus afgesloten: lessen 39 en 40. Daaraan vooraf gaan dan:
I. Jeugdgeschiedenis van het mensdom, met onder meer het verhaal van de schepping, de zondeval en belofte van de Verlosser, Kaïn en Abel, de zondvloed, Noë en zijn zonen en de toren van Babel. Les 1-3.
II. De aartsvaders (2000 tot 13de eeuw vóór Christus). Hier gaat het over Abraham, Isaäk, Jakob en diens zonen, hun reizen naar Egypte, en steeds herhaling van dé Belofte. Les 4-11.
III. Moses en de uittocht (13de eeuw) met centraal daarin Moses, de plagen van Egypte, het paaslam, de uittocht, de doortocht door de Rode Zee, de tocht door de woestijn, de wetgeving bij Sinaï en de aankomst bij het Beloofde Land. Les 12-17.
IV. Josuë en de intocht (12de eeuw). Eindelijk in het Beloofde Land. Les 18-19.
V. De rechters, met het verhaal van Debora en Barak, Gedeon, de rechters Jefte en Samson [‘Er was nu een vrouw, Delila geheten, met wie Samson het erg goed kon vinden’.]. Les 20-22.
VI. De koningen (1050-697). Liefst tien lessen worden gewijd aan de periode van het koningschap van Saül, David en Salomon, de scheuring van het rijk, de profeten Elias, Amos en Isaias, Achab en Izebel, de Assyrische gevangenschap en Tobias. Les 23-32.
VII. De gevangenschap in Babylon (606-586-536) gaat over de profeet Jeremias, de val van Jeruzalem in 586, de Babylonische gevangenschap, het verblijf in Babylon, met Ezekiël en de profeet Daniël. Les 33-35.
VIII. Tijdperk van het herstel met daarin lessen over de terugkeer, de godsdienstvervolging tussen 200 en 100 en de strijd voor godsdienst en vrijheid. Les 36-38.