van harmonie en schone ordening. Zij getuigde waar ze het menselijk bestaan karakteriseert, van vrede en vreugde’, ja: ‘Deze poëzie vertolkt de stem van God.’ (p. 124).
Dat moge een uitspraak zijn, waar menig lezer van deze woorden moeite mee zal hebben, Berkelmans heeft geen ongelijk wanneer hij op deze wijze weergeeft wat Gerhardt bezielde toen zij haar vroege verzen schreef. En trouwens, wie in staat is de psalmist te volgen op zijn wegen, moet wel enigszins vertrouwd zijn met Gods geluid. Waar begin je anders aan?
In retrospectief zien we, zegt Berkelmans, heel goed wat er ónder de oppervlakte van die idealistische toon der vroege verzen wachtte op ontlading. Pas in Het levend monogram uit 1955 heeft Gerhardt ons daar de sleutel toe aangereikt. Daarin toonde zij zich zo ver dat ze in staat was ‘de schaduwkant van haar werkelijkheid’ (en hier bedoelt Berkelmans niet: de poëtische werkelijkheid, maar de werkelijkheid van haar jeugdjaren en daarna) ‘ten volle onder ogen te zien. Juist omdat die werkelijkheid voor haar zo donker was, had zij er aanvankelijk des te sterker behoefte aan om zich te oriënteren op de andere pool’ (van het schone ideaal).
Natuurlijk is de poëzie van Ida Gerhardt niet voor iedere tweedefaser die eens een bundel wil lezen. Maar we moeten ons niet vergissen in de belangstelling van leerlingen: er zijn er meer op zoek naar het wezen van ons bestaan, inclusief het religieuze, dan wij zelf als kinderen van de jaren vijftig en zestig misschien denken. En áls ze dan poëzie willen lezen die tenminste op het eerste gezicht verstaanbaar lijkt, laat hen de eigen reactie op de gedichten uit Het veerhuis vergelijken met die van de auteur van Aan het water. Of laat hen uitgaande van Het levend monogram kennis opdoen van Ida's vroege werk aan de vriendelijk sturende hand van deze serieuze lezende monnik uit de abdij van Egmond. Zoals hij schrijft over Kosmos en Het veerhuis kan de jeugdige poëzielezer proberen verslag te doen van zijn lectuur van Het levend monogram. Of een andere bundel. Het niveau van de ervaren en toegewijde Berkelmans zal hij niet halen, maar wel zijn eigen niveau. En dat is dan, mits even serieus van bedoelingen, genoeg.
Frans Berkelmans, Aan het water. Over Het veerhuis, de tweede bundel van Ida Gerhardt. Reeks Acanthus. Monografieën op het raakvlak van kunst en spiritualiteit onder verantwoordelijkheid van Benedictijns Tijdschrift 2. Abdij van Egmond. ISBN 90 800295 5 6. NUGI 320. 136 blz. Het essay mét alle teksten kost f 30,-, verzendkosten f 5,-. U bestelt door storting van f 35,- op postgiro 275563 t.n.v. Benedictijns Tijdschrift en ontvangt dan het boek franco thuis.