Jacques de Vroomen
CKV
Combinaties. Daar gaat het om.
Niet: én theater én dans én film
én tentoonstellingen; niet de optelsom
der dingen, maar de verbindingen ertussen.
Combinaties als de twee bouwvakkers
die een loodzwaar stuk marmer
uit een vrachtwagen tilden op het moment
dat binnen in de hal van een schouwburg
een vederlichte dansvoorstelling plaatsvond.
Wij - het publiek - zagen beide dingen tegelij
Ik citeer Eva Bal, Vlaams theaterregisseuse. Bovenstaande regels kwam ik tegen in een brochure van ‘Speelteater Gent’.
Bij culturele en kunstzinnige vorming gaat het erom dat de jeugd kunstminnend wordt gemaakt. Je hoopt dat jongeren, ook als het niet moet voor de lijst, nog eens eens naar een goed boek grijpen, naar een tentoonstelling gaan of een theater binnen stappen.
Toch is de opvoeding tot kunstconsument niet het wezen van culturele en kunstzinnige vorming. Dat brengt Eva Bal heel helder onder woorden. De kern van de zaak is je oren en ogen echt leren gebruiken. Als het om boeiende (en afzichtelijke!) vormgevingen gaat, is er ontzettend veel meer dan wat op exposities tentoongesteld wordt.
Ook literaire vorming zou verder moeten reiken dan wat er in boekwinkel en bibliotheek te halen valt. Literaire vorming betekent ook en misschien wel primair ‘leren luisteren’. Bibliotheken zijn literaire musea. Daar ligt de literatuur in gestolde vorm. Interessant, maar er is veel meer. Opschriften, leuzes, reclamekreten en de verhalen die rondom je heen de hele dag verteld worden. Bij al dat momentaans tref je afzichtelijke vormgevingen, grauwe clichés, simpele rechttoe rechtaan informatie maar ook pareltjes van formuleerkunst.
Kunst is overal. Literatuurdidactiek als scholing in oplettendheid. Een goede scholing in literaire oplettendheid is luisteren naar jonge kinderen. Jonge kinderen zijn nog niet vertrouwd met aller-