Ingekomen boeken
The Teaching of Poetry. European Perspectives
Bij Cassell Education (Wellington House, 125 Strand, London WC2R 0BB) verscheen in mei 1.1. The Teaching of Poetry. Geredigeerd door Linda Thompson, bevat het de uitgewerkte lezingen en workshops van het poëziesymposium waarover eerder in dit tijdschrift is geschreven door Wam de Moor (Tsjip 3/1, april 1993, 6-14, en Tsjip 3/2, juli 1993, 46-55). Van zijn hand is een stuk over het poëzieonderwijs in ons land sedert de invoering van de Mammoetwet in 1968, dat uitloopt op een herschreven versie van zijn Melopee-methode.
Linda Thompson onderscheidt in haar inleiding drie sectoren waaraan haar boek aandacht schenkt: basisonderwijs, voortgezet onderwijs en lerarenopleiding. Aan de eerste sector zijn stukken gewijd van de redactrice zelf over het idee dat kinderen hebben van poëzie, van de Berlijnse hoogleraar Gundel Mattenklott over het plezier dat kinderen aan poëzie kunnen beleven als je ze speels benadert en van Linda Hall over het belang om kinderen te laten zien wat een gedicht voor hun eigen leven kan betekenen.
Aan de tweede sector leverde de Deense lerarenopleider Thorkild Borup Jensen zijn levendige aanpak om leerlingen door samen te zingen en te spelen gevoelig te maken voor poëzie. Ook Mike Fleming zoekt, gesteund door eigen onderzoek in Durham en omgeving, het heil in een benadering die leerlingen via hun eigen voorkeur voor teksten, songs, raps etcetera naar het gedicht voert. Als docente vreemde talen (Frans en Duits) heeft Carol Morgan goede ervaringen met creative writing in dat onderwijs van poëzie en daar schrijft ze over. Jean-Marie Fournier koos als Parijse onderzoeker een heel andere invalshoek: hij onderzocht bijna 600 literatuurlijsten op titels van bundels, gedichten en dichters, en ontdekte dat er veel uniformiteit is, ook wanneer er geen sprake is van een nationaal curriculum. In deze sector hoort ook de bijdrage van De Moor thuis, voor het overzicht van het poëzieonderwijs nieuw, niet voor zover het de lees-tekenprocedure rond Van Osatijens ‘Melopee’ betreft. Al is het een gunstig toeval dat op deze indirecte wijze in het buitenland aandacht wordt gevraagd voor de Vlaamse dichter die 100 jaar geleden geboren werd.
Kleinste sector in deze bundel is de lerarenopleiding. Colin Walter benadrukt dat je, wil je bij jongeren belangstelling wekken voor lezen, zelfs het beste kunt beginnen met gedichtjes, waarmee zij leren de taal te exploreren, en dat is iets wat een beginnend docent moet weten. Zoals het boek begint eindigt het ook: met de resultaten van het Durham Poetry Project. Maar aanstaande leraren moeten vooral leren hoe ze, terwijl ze aan de ene kant een persoonlijke reactie op gedichten ontwikkelen, anderzijds onderling en met kinderen kunnen praten over poëzie. Want daar heeft, volgens lerarenopleider Peter Millward, iedereen het meest aan. De redacteur heeft gezorgd voor een auteursre-