Redactioneel
In dit lentenummer van de zesde jaargang woedt een voorjaarswind van frisse ideeën, ferme gedachten en frivole gevoelens. Men behoeft geen zes te zijn of zestien om al een leesbeest te wezen. In de longitudinale lijn van de literaire vorming kan het al met twee. Zie het leesdagboekje van Renske, dat haar moeder, puur observerend en registrerend, een dag lang van minuut tot minuut bijhield. Maar je moet wel minstens zestien zijn om De wereld van Sofie ten volle te kunnen genieten. Bij die meesterlijke inleiding in het wijsgerig denken maakten wij de nodige vragen en opdrachten. En omdat we het zo over het eerste boek van Jostein Gaarder hadden, schreef Koos Hawinkels een bespreking van diens tweede boek, en overigens ook over andere jeugdliteratuur en de boeken die daarover gaan.
Diezelfde zestien-jarigen en ouder staat in 1998 heel wat te wachten aan vernieuwing. We waren erbij toen honderdvijftig neerlandici zich zorgen begonnen te maken over hun toekomst als literatuurdocent. En we gingen naar de mensen van het Amsterdamse KIVO-project om meer te weten te komen over het aandeel van deze projecten in de Culturele en Kunstzinnige Vorming. Verwant aan CKV-1 is het vak Klassieke Culturele Vorming, dat de gymnasiasten straks krijgen in plaats van CKV-1. Anton van Hooff, samensteller van het curriculum KCV, licht het grondig toe.
Meer en meer zullen de kunsten met elkaar te maken krijgen. En de docenten van de kunstvakken dus ook. Tsjip zal deze jaargang veel aandacht besteden aan die soms vanzelfsprekende, soms door regels afgedwongen toenadering. Niet zo vreemd dus dat u in dit nummer onze bespiegeling over het werk van Vermeer aantreft, gefascineerd als we zijn door de fascinatie van een ander: Norbert Schneider die een eenvoudig, maar didactisch prachtig boek schreef met daarin alle werken van Vermeer. Bij Plint verscheen ook een cahier dat kinderen confronteert met het werk van de Delftse meester, een oorspronkelijk Franstalige uitgave. Over het werk van Plint vindt u meer in dit nummer.
Frits Schulte ontwikkelde met collegae Engels een CD-ROM-project rond The Color Purple van Alice Walker en doet verslag.
Tenslotte verschenen er enkele didactische hoogstandjes: Gerard de Vriend promoveerde op een proefschrift over de legitimering van het literatuuronderwijs, Koos Hawinkels redigeerde een verzameling opstellen over het niet eenvoudige, wel belangrijke interculturele literatuuronderwijs. Uiteraard hebben wij over beide werken een mening.
Tenslotte: niet voor niets kozen we voor de illustrering van dit nummer de versieringen in een boek vol Engelse, Ierse en Schotse ‘folksongs’. Als er één manier is om de muziek en de literatuur, die twee oudste kunsten, bij elkaar te brengen, dan is dat wel het zingen van muziek. Want daar komt altijd tekst bij, van psalm tot hymne, van folk song tot pop song. WdM