Redactioneel
Als iets problematisch genoemd mag worden in de literaire vorming op school is het de poëzie. Wat je daarover hoort, bemoedigt niet. In de achter ons liggende jaren is er veel, zo niet alles, aan gedaan om de leerlingen bij de les te houden. Aan hun onvermogen zich te concentreren, met name in de lagere klassen, kwamen we tegemoet door vooral spannende en vreemde verhalen te laten lezen. Dat zal ook in de komende jaren, met de zich ontwikkelende basisvorming niet veel anders worden. Maar intussen is buiten het onderwijs de belangstelling voor kunst en literatuur nog steeds groeiende en neemt ook binnen de leerplanontwikkeling de waardering voor de poëzie als een factor van betekenis toe. Zowel in stichtingen voor leesbevordering zoals de Stichting Lezen, De Literaire Salon en de SPL als in het onderwijs zelf is dit te zien. In dit nummer willen we daarop aansluiten. Wie van poëzie meer werk wil maken vindt hier de informatie die wij bijeen konden brengen. Enige van de in nummer 3/2 toegezegde bijdragen moeten wij om verschillende redenen bewaren voor 3/4.
In dit nummer vindt u een uitvoerig gesprek met dichter, docent en poëziecriticus Tom van Deel over zijn wijze van poëziebenadering. Een andere recensent van gedichten, Guus Middag, laat zich kennen in voor school geknipte stukken die eerder in Diepzee verschenen. We zochten voor u uit wat het grote Lexicon van Literaire Werken aan poëziebundels in huis heeft en we gaan na wat je er op school mee kunt. In Hellevoetsluis leest men poëzie in bundels en dat is tamelijk ongewoon. Een belangrijke bijdrage aan de competentie om met gedichten om te gaan leverden Wil van der Veur en Jan Boland. Het is aardig om hun produkt te vergelijken met een Engelse variant van Abbs en Richardson.
Veel plaats ruimen we in voor een bijdrage waarin classicus Michael Buyckx de mooie en persoonlijke reacties publiceert van zijn leerlingen uit klas V4a van het Christelijk Lyceum in Delft naar aanleiding van het lezen van de Latijnse dichter Catullus. Tekstervaringsmethoden blijken ook bij de klassieken te werken, mits ze door enthousiasme worden gedragen.
Naast het thema van de poëzie biedt dit nummer een essay van vertaalster en docent Gemma Pappot over de herhaling van het kwaad bij Tournier, De Sade en Flaubert, zoekt Dees Maas naar een didactische verbinding tussen de literatuurles en de geschiedenisles aan de hand van Asterix en de Romeinen, en bespreekt Harry Habets nieuwe uitgaven op het gebied van de literaire vorming bij de klassieken. Aly Freije presenteert tenslotte een raamleerplan voor cursussen literair schrijven en Dees Maas bezocht in dit kader de landelijke Salondag op dit gebied van het LOKV - zie de rubriek Externe betrekkingen.