Voor zover wij weten is de tekst niet in andere handschriften of oude drukken overgeleverd en zijn er ook geen andere litteraire vormgevingen van dezelfde stof bekend. Het is dan ook uitgesloten dat we de inhoud van het vermiste gedeelte kunnen achterhalen. Toch valt er wel het een en ander te weten te komen of althans te veronderstellen. Aan het einde van iedere tekst in het handschrift-Van Hulthem wordt het aantal verzen vermeld. Nota .C.xcvi. verse staat op F. 235V, a, 30, onder onze tekst. Van die 196 verzen zijn er 93 over; het verloren begin heeft dus 103 verzen geteld. Daarvoor was ruimschoots plaats in de vier kolommen van het ontbrekende blad, want bij de andere toneelteksten in het handschrift blijken er gemiddeld dertig verzen in een kolom te gaan.
Er moet zelfs vóór het begin van
Truwanten
op het verloren blad nog ruimte voor ongeveer 17 verzen zijn geweest. Omdat de kopiist de bladzijden helemaal volschrijft, mogen we aannemen dat hier het einde van de aan Truwanten voorafgaande tekst heeft gestaan. Dat moet het slot van de toneeltekst
Drie daghe here
zijn geweest, want deze draagt in het handschrift het nummer 209, terwijl de tekst die op Truwanten volgt,
Een abel spel vanden Winter ende vanden Somer ende ene sotternie na volghende
, nummer 211 heeft. Daartussen is dus plaats voor één tekst, de onze, met het nummer 210. Boven nummer 209, Drie daghe here, staat in de codex het opschrift Ene sotte boerde ende ene goede sotternie (F. 231V, b, 1-2). Deze mededeling kan worden opgevat als een gezamenlijke aankondiging van twee teksten, namelijk van Drie daghe here en Truwanten. Deze twee teksten zouden dan als een eenheid zijn gepresenteerd, zoals dat ook het geval is met de abele spelen en de bijbehorende sotternieën. Naar het ons voorkomt is het echter waarschijnlijker dat het opschrift alleen betrekking heeft op Drie daghe here. Tautologische genre-aanduidingen boven de teksten komen in het handschrift-Van Hulthem meer voor, bijvoorbeeld Een abel spel ende een edel dinc [...] boven de
Gloriant
. Bij deze interpretatie behoeft er dus geen nauwe relatie tussen Drie daghe here en Truwanten te zijn geweest. Wij nemen aan dat dit laatste stuk behalve een eigen nummer ook een eigen opschrift heeft gehad, dat met het ontbrekende blad verloren is gegaan.
Hoe dit opschrift geluid heeft, zal wel altijd een raadsel blijven. Vermoedelijk heeft het, naar analogie van ‘Een abel spel ...’, ‘Een abel spel ende een edel dinc...’ en ‘Ene sotte boerde ende ene goede sotternie ...’, een genre-aanduiding bevat. Op grond van de betrekkelijk geringe omvang van de tekst en van de sociale status van de personages (mensen ‘uit het volk’, geen aristocraten)