| |
E Vergelijking met andere edities
De tekst van
Truwanten
is vóór de editie in dit boekje niet minder dan zeven maal uitgegeven: door Hoffmann von Fallersleben in 1838 (H), gedeeltelijk (v. 136-176; v. 185-196) door Van Vloten in 1854 (V1), door Moltzer in 1870 (M), opnieuw gedeeltelijk door Van Vloten in 1878 (V
2), door Leendertz in 1903 (L), door Stellinga in 1966 (S
1) en opnieuw door Stellinga in 1975 (S
2). Titel-beschrijvingen van deze edities zijn achterin bij de Geraadpleegde litteratuur opgenomen.
Geen van de zeven uitgaven is diplomatisch in de zin van de hierboven gegeven omschrijving: al onze voorgangers hebben de tekst van een moderne interpunctie voorzien en de spelling van u, v en w en van i en j aangepast aan de huidige conventies; ze hebben hier en daar als twee woorden gelezen wat in het handschrift aaneengeschreven staat, en omgekeerd; ze hebben het gebruik van hoofdletters gemoderniseerd; de abbreviaturen zijn overal zonder nadere aanduiding opgelost; de paragraaftekens zijn overal weggelaten. Afgezien van editoriale ingrepen van deze soorten, wijken de zeven edities op tal van punten af van elkaar en van de onze. De afwijkingen zijn in te delen in de volgende categorieën: (a) normaliseringen van de spelling, (b) emendaties (verbeteringen van fouten in de tekst), (c) slordigheden, en (d) leesfouten van de editeur. In de hieronder volgende lijst zijn alle afwijkingen van deze vier typen vermeld, waarbij de betrokken edities met hun siglen (zie boven) zijn aangeduid. Emendaties die door de editeur in voetnoten of elders in zijn editie zijn verantwoord onder vermelding van de lezing van het handschrift, zijn met een asterisk gemerkt.
| |
| |
Lijst van afwijkingen van het handschrift in andere edities
|
Handschrift
|
Edities
|
R, a, |
1 voert |
voort (H)
|
|
4 voert |
voort (H)
|
|
6 Swicht |
Swijcht (H) Swucht (M)
|
|
ghenoeghen |
ghenoghen (M)
|
|
8 ginc |
ghinc (H)
|
|
11 Want |
Wat (M, L, S
1
)
|
|
niesent |
nie sint (H)
|
|
12 Die vrouwe |
De vrouwe (H)
|
|
16 smitti |
smetti (H)
|
|
18 moetti |
moeti (H)
|
|
v |
uw (H)
|
|
21 suer |
suur (H)
|
|
22 Die vrouwe |
De vrouwe (H)
|
|
26 weech |
wech (H)
|
|
geleiden
|
gheleiden (H)
|
|
27 De maerte |
De meid (V
1
, V
2
)
|
|
28 schiden |
scheiden (H, M, L*, S
1
, S
2
*)
|
|
31 scheiden
|
scheide (H, M, L*, S
1
, S
2
*)
|
|
32 brueder eueraet |
broeder (H, M) Everaert (H)
|
|
35 sire |
siere (H)
|
|
36 sire |
siere (H)
|
R, b, |
2 Hoerdijt |
Hoordijt (H, V
1
, V
2
)
|
|
2 brueder eueraet |
broeder (H, V
1
, M, V
2
)
|
|
|
Everaert (H, V
1
, V
2
)
|
|
3 gheefts |
gheefs (H, V
1
, V
2
)
|
|
4 Die brueder |
De (H, V
1
, V
2
) broeder (H, V
1
M, V
2
)
|
|
5 groet willecome |
wellecome (V
1
)
|
|
6 willic |
wil ic (V
1
)
|
|
mijnre |
miere (H) mire (V
1
, M, V
2
)
|
|
9 soe menegerande |
so (H, V
1
, V
2
) menigherande (H)
|
|
|
menigherhande (V
1, V
2
)
|
|
|
menigerande (M)
|
|
11 De maerte |
Zij (V
1
, V
2
)
|
|
12 brueder eueraet |
broeder (H, V
1
, M, V
2
)
|
|
|
Everaert (H, V
1
)
|
|
14 Die brueder |
Die broeder (H, M) Hij (V
1
, V
2
)
|
|
15 allen |
alle (V
1
, V
2
)
|
|
17 slauine |
stamine (H, V
1
)
|
|
19 Want |
Wat (M, V
2
)
|
| |
| |
|
20 int |
in 't (V
1
, V
2
)
|
|
22 Oec |
ooc (H, V
1
)
|
|
23 doer |
door (H, V
1
, V
2
)
|
|
stroetken |
strootken (H, V
1
)
|
|
24 lutgaert |
Luutgaert (H, V
1
, V
2
)
|
|
|
Luetgaert (M)
|
|
25 De maerte |
Zij (V
1
, V
2
)
|
|
26 brueder eueraet |
broeder (H, V
1
, M, V
2
)
|
|
|
Everaert (H, V
1
, V
2
*)
|
|
Tussen 26 en 27 - |
Die broeder (H, (V
1
), M, (V
2
))
|
|
|
Die brueder (L* S
1
, S
2
*)
|
|
29 jherusalem |
Jerusalem (H, V
1
, M, V
2
)
|
|
heileghen |
heilighen (V
1
, S
1
)
|
|
30 droeuer dage |
droeve (V
1
, V
2
) daghe (H, V
1
, V
2
)
|
|
|
V
2
)
|
|
31 alder
|
aller (H, V
1
)
|
|
32 verblijdt |
verblijt (H, V
1
)
|
|
33 gheuen |
wat gheven (V
1
)
|
|
35 onse caken
|
ons (V
2
) cake (V
1
, V
2
)
|
|
36 gerne |
gherne (H, V
1
, V
2
)
|
|
ghmake |
ghemake (H, V
1
, M, V
2
, L*, S
1
, S
2
)
|
|
38 voert |
voort (H)
|
V, a, |
1 dlorinen |
tlorinen (H) 't lorinen (V
1
)
|
|
3 wi |
whi (V
2
)
|
|
4 Beide |
beiden (V
2
)
|
|
ende in sellen |
cellen (H, V
1
) ende sellen (V
2
)
|
|
5 begheuen |
begeven (V
1
, V
2
)
|
|
6 ginghese |
ghinghese (H, V
1
) gingese (M, V
2
)
|
|
10 alsoe |
also (H)
|
|
loei |
lui (H)
|
|
12 drinken |
drulen (H) droilen (M, S
2
)
|
|
|
drincken (S
1
)
|
| |
| |
|
14 willicx |
willics (H)
|
|
16 wisch |
wisc (H)
|
|
18 Hoert |
Hoort (H, V
1
)
|
|
20 brueder |
broeder (H, V
1
)
|
|
21 besceten |
bescheten (H, V
1
)
|
|
24 rekenighe |
rekeninghe (H, V
1
, L*, S
1
, S
2
*)
|
|
|
rekeninge (M, V
2
)
|
|
25 brueders |
broeders (H, V
1
)
|
|
en |
ende (H, V
1
, M, V
2
)
|
|
26-7 |
Deze versregels ontbreken in V
2
|
|
29 springhen |
springen (V
1
, V
2
)
|
Men kan deze lijst bekijken als een dorre opsomming van merendeels futiele afwijkingen en onnauwkeurigheden, men kan ook trachten er iets uit af te leiden over de geschiedenis van de filologie van Middelnederlandse teksten. Zo is het bijvoorbeeld opvallend dat de negentiende-eeuwers, Hoffmann, Van Vloten en Moltzer, een sterke neiging blijken te hebben, de spelling van bepaalde woorden aan te passen aan wat zij als ‘standaard-Middelnederlands’ moeten hebben beschouwd: voert wordt voort, Hoert wordt Hoort, brueder wordt broeder, ginc wordt ghinc, gerne wordt gherne, geleiden wordt gheleiden, sire wordt siere, mijnre wordt miere of mire; soe menegerande wordt op drie verschillende wijzen opgepoetst. In negentiende-eeuwse edities van Middelnederlandse teksten is deze praktijk van lichte spellingnormalisering wijd verbreid. De vooronderstelling die aan deze handelwijze ten grondslag ligt, is dat de dichters een consequentere, dialectisch zuiverdere spelling moeten hebben gehanteerd dan de kopiisten die hun werken hebben afgeschreven. Deze vooronderstelling lijkt thans niet meer gewettigd. Wij weten dat er zich in de geschiedenis van de spelling van het Middelnederlands veel ingewikkelder processen hebben afgespeeld dan de negentiende-eeuwse filologen en taalkundigen hebben vermoed - processen waarvan nog maar heel weinig bekend is, zodat wij op dit punt voorzichtiger te werk gaan dan zij.
Wat de tekstkritiek betreft: de drie vroegste editeurs blijken de tekst vaak stilzwijgend naar eigen inzicht te hebben verbeterd. Leendertz daarentegen, wiens editie ook in andere opzichten een
| |
| |
grote stap vooruit betekent, legt nauwkeurig rekenschap af van al zijn emendaties. Dat is in overeenstemming met de principes die sinds de tweede helft van de negentiende eeuw in het voetspoor van Matthias de Vries en zijn school algemeen ingang hebben gevonden. Stellinga verantwoordt zijn emendaties in de uitgave van 1966 niet, in die van 1975 wel.
Onmiskenbare slordigheden zijn zeldzaam, en blijken meestal in de volgende editie te zijn verbeterd. Van Vloten heeft in zijn editie van 1854 de neiging met Hoffmann mee te gaan, maar in 1878 heeft hij òf de tekst opnieuw met het handschrift gecollationeerd, òf - en dat lijkt ons aannemelijker - de inmiddels verschenen editie-Moltzer op tafel gehad.
Twee leesfouten, tenslotte. Hoffmann heeft in R, b, 17 stamine gelezen. Dat staat niet in het handschrift (dat overigens op deze plaats niet gemakkelijk leesbaar is), maar het is geen onzin. In zijn ‘Glossarium’ verklaart Hoffmann het woord als volgt: ‘wollenes Gewand, auch wol Härenkleid [...] mlat. staminea, estamene, estamine, estame’. Het bestaan van dit in de context passende Middelnederlandse woord wordt door het
Middelnederlandsch woordenboek
(7, 1927) bevestigd. Om Hoffmanns ‘fout’ te kunnen beoordelen moet men ook weten dat het Middelnederlandse woord slavine in 1838 vermoedelijk nog maar in enkele teksten (al behoorde de
Reynaert
daartoe) was aangetroffen.
Bijzonder curieus is het wedervaren van het derde woord in V, a, 12. Hoffmann las drulen, Moltzer droilen, Leendertz drinken -twee maal mis en één maal raak. In 1966 heeft Stellinga drincken menen te lezen; maar in 1975 blijkt hij te zijn teruggekeerd tot de lezing droilen die Moltzer precies een eeuw eerder had voorgesteld. En toch staat er drinken...
|
|