Buitenpost
Coen Peppelenbos
Eigen taal eerst
Een van de leukste dingen om te doen is een blad in elkaar zetten. Als een van de oprichters van het prachtblad Tzum (spreek uit: tzoem) ken ik die fase, waarin alles nog mogelijk is, maar al te goed. Je suddert op ideeën: je bedenkt de uitzinnigste plannen. ‘We zetten een naakte Connie Palmen op de middenpagina!’ ‘We interviewen J.C. Bloem!’ ‘Die is al dood.’ ‘Nou en, dan huren we gewoon een medium in.’ Kortom, de beginfase van het blad is de leukste fase.
Trotwaer gaat vernieuwen. Op een medewerkersvergadering zouden we allemaal mogen brainstormen over de inhoud. De redactie had al tientallen onderwerpen klaarliggen. Literatuur moet leven en met de gedachte aan de vergaderingen bij mijn eigen blad, waar we soms niet konden praten van het lachen, verheugde ik me al erg op de bijeenkomst in café Wouters.
Ik kwam terecht in het voorpoortaal van de hel. Ga naar een Friese schrijversbijeenkomst en je ziet baarden en gemonkel van oude heertjes die zich klaarmaken om voor de honderdste maal hun stokpaardje te berijden. Er kwam dus geen lawine van ideeën: er kwam gemopper. Een idee levert in Friesland altijd twee reacties op. De eerste is: waarom moeten we iets nieuws als er al iets ouds is? De tweede is: wat is er Fries aan? Je kunt beter een heel bejaardenhuis de horlepiep laten dansen dan Friese schrijvers enthousiasmeren.
De loopgraven werden weer betreden. Waarom zou er een tijdschrift moeten komen met ‘Hollandse’ bijdragen? Dat schijnt iets heel ergs te zijn. Die ‘Hollandse’ stukjes moesten maar naar Tzum. Mijn tijdschrift als afvalbakje van Trotwaer.
Het zijn dezelfde mensen die blind zijn voor het talent dat er in Friesland rondloopt. Hoe vaak zijn er geen aardige bijdragen van ‘Hollandse’ Friezen voorbijgegaan aan de Friese bladen omdat er om die bladen een geur van onverbiddelijke ondoordringbaarheid hangt. Hoeveel tweetalige Friezen publiceren hun mooie ‘Hollandse’ werk niet in andere bladen?
Wie, zoals de redactie van Trotwaer, iets nieuws probeert, moet zich meteen verdedigen. Voordat je het weet worden er eeuwenoude veldslagen, Kneppelfreed, Bonifatius en De Kameleon bijgehaald. En als het nu nog om de liefde voor de literatuur gaat, dan was het nog te begrijpen. Het is gewoon ordinaire starheid. Er zijn mensen die de VT-Wonen op tafel leggen om te laten zien dat ze helemaal op de hoogte zijn van alle trends. Er zijn ook mensen die abonnementen nemen op literaire bladen zodat de buren kunnen zien dat zij niet van de straat zijn. En er zijn Friezen die alleen maar bladen kopen omdat er Fries in staat. Kijk eens hoe Fries we zijn. Kom eens kijken: echt Fries, heel erg afuk.
En de hele Friese schrijversbende en het Frysk Letterkundich Museum staat erbij te klappen. Ze kijken niet naar de inhoud en ze hebben geen barst verstand van literatuur en zien niet dat ze wegzakken in een moeras van zelfgenoegzaamheid. Het gedrag van autisten, maar die schijnen ook heel erg gelukkig te zijn in hun eigen wereldje.