Trotwaer. Jaargang 34(2002)– [tijdschrift] Trotwaer– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 132] [p. 132] Onno-Sven Tromp Havenstad Daar waar de stad stopt, grenzen huizen aan het platteland, een streek met brede sloten waarlangs het riet heel hoog is opgeschoten en stemmen in de avondlucht verloren gaan. Daar waar in schemerlicht een zwarte zwaan te slapen ligt, de reigers op hun poten voor eeuwig zijn versteend en houten boten gespiegeld worden, blijf ik even staan. Voorbij het laatste huis begint de rust, een zee waarin een boerderij kalm drijft en alles steeds hetzelfde is en blijft. Ik zie vanaf de najaarstille kust de dag die aan de horizon verdwijnt, de vale zon die laag het land beschijnt. [pagina 133] [p. 133] Kalligram De lucht is licht van kleur en geeft de daken de ruimte, nergens wordt een huis vergeten. De eenden stijgen kwakend op en weten de wolken met hun snavels aan te raken. Het land ligt in de zon en is als laken van bruine velden slordig neergesmeten. De grutto's roepen luidkeels hoe ze heten om hun aanwezigheid bekend te maken. De sloot gaapt zwijgend tussen buigend riet met volle pluimen, die zich lijdzaam laten bespelen door een murmelende wind. De weg is onbeschrijflijk zwart, maar niet veel meer dan brekend asfalt met wat gaten waar dorstig gras in plukjes zonlicht vindt. Vorige Volgende