Maria de Groot
L'Abandon
Zij heeft haar wang tegen zijn wang gelegd,
ontheven en toch heel aan hem nabij.
Hij reikt geknield naar wie zij voor hem is.
Wat zou de overgave zijn als hij
niet was als zij en zij niet als uit hem
geboren, wanneer hij haar schoot niet wist
te kennen als de plaats waaruit hij leeft.
Er is rondom dit beeld geen duisternis.
De plooien van de lichamen zijn vrij
van wat er ooit ten kwade is gezegd.
Camille Claudel, L'Abandon (De Overgave), 1888-1905