De liefde is filosofisch
Johan Gezels
Het was tot op heden even onwaarschijnlijk de Franse filosoof Marcel Conche in een Fries literair tijdschrift tegen te komen als op deze aarde de volmaakte liefde te vinden. En toch is het bij dezen gebeurd omdat men zich in literair Friesland vragen stelt over de liefde en deze minzame denker, uitgever en vertaler van de pre-socratici, in 1993 precies een essay heeft gepubliceerd over dit geduchte onderwerp. Nu moest ik wel enige weerzin overwinnen om zijn Analyse de l'amour et autres sujets bij deze discussie te betrekken. De liefde analyseren lijkt mij even bedenkelijk als een fruittaartje met een lancet in schijfjes snijden om het op te eten. Maar Conche zet in elk geval de kwalijke Franse reputatie van frivoliteit even recht. Het is niet allemaal pornografie wat de klok slaat rond de Notre-Dame.
Hij onderscheidt drie ‘momenten’ in de liefde. Die zijn overigens niet chronologisch maar komen steeds in een of andere vorm voor in elke ware liefde. Er is eerst het zinnelijk moment. Alle zintuigen mogen aan bod komen in de liefde maar ze zijn geen doel op zich. De gebaren van de begeerte, zegt Conche, schenken genot om samen een onbekend gebied te verkennen, alsof men tesamen de geheimen van een diep bos ontdekt. De liefde voert ons weg uit het bereik van het nut. We zijn in een andere wereld (wat in het Frans ‘dépaysement’ heet en niet vertaalbaar is). Maar men hoeft geen perfecte minnaar te zijn om een perfecte liefde te beleven. De grenzen van de lichamelijke beleving zeggen niets over de grenzen van de ziel of de bereidheid om je voor de ander op te offeren. Er zijn immers nog meer niveaus aan de liefde dan het zinnelijke.
Het tweede is dat van de ‘logos’. Liefde betekent alleen wat als er geestelijke uitwisseling is, als geliefden dezelfde smaak delen, op eenzelfde wijze naar de dingen kijken. Op die manier geeft men aan de ander de sleutels van zijn eigen wereld. Volgens onze filosoof is het onmogelijk dat een diep gelovig mens van een godloochenaar zou houden. In de echte liefde is er uitwisseling van ideeën en groeit men samen naar geestelijke wasdom. Een gesprek onder geliefden is een filosofisch gesprek. Tot het punt bereikt is waarop je elkaar niets meer hoeft te zeggen en je urenlang hand in hand zwijgend over het strand kunt lopen.
Tenslotte is er nog het ‘niveau van de belofte’. Wie liefheeft zegt ja tegen het leven en wil het ook doorgeven. De liefde wil het kind. En het allermooiste is wanneer het kind later het beroep of het levenswerk van de ouders verder zet. Dan lacht het leven je pas helemaal toe, want je bent biologisch en geestelijk tegen de dood ingedekt.
Maar zelfs als dat niet lukt, redt liefde altijd een beetje van de dood. Wie de liefde heeft gekend kan in vrede sterven. ‘L'amour permet à celui qui a vécu de mourir en paix.’ Meer kan ze niet doen en meer mogen we haar ook niet vragen.