‘nequis’ en ‘siquid’ (32), iets wat Mynors niet doet, is uit de uitgave van Kroll afkomstig. Voor de vertaling doet het er natuurlijk niet toe. Dat ligt anders met het volgende: de vertaling stemt soms niet overeen met het ernaast afgedrukte Latijn of liever: de Latijnse tekst stemt soms niet overeen met de vertaling.
Carmen 16 heeft Sybesma blijkbaar vertaald aan de hand van de tekst van Ellis. ‘Om't jimme’ in regel 12 is een vertaling van ‘vos, quod’ (Ellis) terwijl de tekst van Kroll, die ‘vos, qui’ heeft, er naast staat.
Over regel 11 in carmen 21 bestaat twijfel over de tekst. Zowel Kroll als Mynors volgen de handschriften en geven zonder een emendatie ‘me me puer’. In de 19de eeuw stelde F. Hand ‘mellitus puer’ voor. Die wijziging is door Ellis overgenomen en komt overeen met Sybesma's vertaling ‘myn hunichswiete jonge’. Ook hier heeft Sybesma dus Ellis gebruikt voor de vertaling. Maar naast de vertaling staat ‘ah me me puer’. Dat heb ik in geen enkel kritisch apparaat terug kunnen vinden.
Op de plaats van de ontbrekende adonis in het tweede couplet in Catullus' vertaling van Sappho (carmen 51) staan bij Ellis, Kroll en Mynors puntjes. Sybesma vertaalde alsof er ‘vocis in ore’ staat. Het is een aanvulling die afkomstig is van Doehring en in het commentaar van Fordyce wordt genoemd. De uitgever heeft hier niet tussen haakjes ‘vocis in ore’ toegevoegd zoals had gemoeten maar de puntjes.
Merkwaardig is ook dat fragment 2b losgemaakt is van de vertaling van Sybesma. Het is inderdaad waar dat het fragment waarschijnlijk niet op de laatste regel van carmen 2 volgt maar Sybesma was een andere mening toegedaan en vertaalde het zonder onderbreking als onderdeel van carmen 2.
Wat ‘grotendeels gehandhaafd is’, zijn vooral de drukfouten. De enige drukfout die de uitgever heeft gecorrigeerd is ‘Suffenis’ in carmen 22 maar daar zijn weer nieuwe voor in de plaats gekomen: ‘pautum’ in carmen 38 en ‘conciamate’ in carmen 42. In carmen 76 is ‘dicere possunt’ aan het eind van regel 7 per ongeluk ook aan het begin van regel 15 terechtgekomen..
De drukfouten uit de eerste uitgave staan er verder allemaal nog in. In carmen 6 staat ‘tuas amores’ in plaats van ‘tuos amores’. ‘Pigris ocellis’ (‘luie ogen’!) in carmen 43 moet natuurlijk zijn ‘nigris ocellis’ (‘swarte eagen’). Ook ‘solet esse imaginosae’ in plaats van ‘solet esse imaginosa’ dat Kroll heeft (want Mynors heeft: ‘solet aes imaginosum’), is waarschijnlijk een drukfout.
Met de toelichtingen achterin het boek is het al niet beter gesteld. Om te beginnen klopt de nummering voor een deel niet. Battus komt voor in carmen 7 en niet in 4, Veranius in 9 en niet in 5. Vanaf 10 klopt het weer. Verder staat het vol nutteloze verwijzingen als ‘eerder genoemd in carmen...’ en ‘Iuventus (zie ook carmen 24 en 48)’. Kijk je dan bij 24 of 48, dan staat er ‘zie carmen 21' of’ zie carmen 21 en 24'.
Zoals uit het bovenstaande blijkt, zijn de voortekenen voor de heruitgave niet gunstig geweest. Maar ja, wat wil je ook met een uitgeverij met zo'n naam: nomen est omen!
Het enige positieve dat ik kan opmerken is het toevoegen van een appendix waarin de vertalingen staan die Willem Kok in 1937 publiceerde en de versies van carmen 34 door W.J. Buma en Lykele Jansma die eerder naar aanleiding van de beide vertalingen van Wybenga en Sybesma in Trotwaer zijn verschenen.
Fersen is op mooier papier gedrukt en beter gelijmd dan de eerste druk die al na eerste lezing uit de band knapte.