It imago fan Fryslân (6)
It imago fan de Fryske kultuer nei bûten ta ynteressearret my net. Dat is in ôflate saak. Ik ergerje my oan minsken dy't twa stikjes yn de Volkskrante of de NRC belangriker fine as tweintich stikken yn de Ljouwerter en it Frysk Deiblêd. Wij moatte mei de kearn dwaande wêze, ynteressante keunst meitsje en ús net bij alles krampachtich ôffreegje wat oaren fan ús fine.
Gryt van Duinen op it Provinsjale Kultuerdebat yn Theater Romein, Ljouwert, 19 jannewaarje 1999.
Het primaat ligt bij de kunst
Het imago van de Friese cultuur buiten Friesland vind ik heel interessant. Dat wil niet zeggen dat we ons krampachtig moeten afvragen wat anderen van ons vinden. Ik ben het dus oneens met de stelling van Gryt van Duinen, maar ook eens.
Inhoudelijk moeten wij ons niets aantrekken van de buitenwereld. Wij moeten authentiek zijn, eigenzinnig, dwars. Wij moeten, als het gaat om het maken van kunst, onze oren nooit laten hangen naar de mainstream. Wij moeten ons, om welke reden dan ook, nooit aanpassen. De marketing mag niet onze leidraad zijn. Dat neemt niet weg dat wij die kunst, als die er is, zo goed mogelijk moeten verkopen. Dat wij ons uiterste best moeten doen om die, waar dan ook, naar buiten te brengen, onder de aandacht te brengen.
De vraag is dan of dat twintig artikelen in de Leeuwarder Courant of het Friesch Dagblad moeten zijn of twee stukken in de Volkskrant en NRC Handelsblad. Een vreemde keuze. Ik wil allebei. Twintig stukken in LC en FD zijn prachtig, maar die twee stukken in Volkskrant en NRC niet minder. We hoeven ook niet te kiezen. Tijdens die discussie in Romein begreep ik wel waarom Gryt die keuze opvoerde, daarmee wilde ze het probleem illustreren. Maar het is een schijnkeuze. De twee stukken in de kranten van die Hollanders moeten we vooral niet tegenhouden, want, laten wij daar eerlijk in zijn, ze tellen wel.
Een goede marketing van eigenzinnigheid is, daar ben ik van overtuigd, een impuls voor die eigenzinnigheid. Als die eigenzinnigheid aanslaat, is dat prachtig. Vraagt de redactie van Trotwaer natuurlijk wat je doet als die eigenzinnigheid niet aanslaat, of je je dan, ten behoeve van die marketing, moet aanpassen. Nooit. Het primaat ligt bij de kunst, die is autonoom en heeft het eerste en laatste woord. Maar als je kunst maakt die niet aanslaat, en je hebt je uiterste best gedaan die naar buiten te brengen, moet je verder ook niet zeuren. Dat is dan een kwestie van jammer. Trial and error.
Gerard Tonen
(directeur Stadsschouwburg De Harmonie)