hebben: het is een weidse stroming, waarbinnen vele meningen passen. Bovendien, elke lezer van Postma weet dat hij een romanticus was, met een hang naar het verleden en voorbije momenten.
Maar professor Breuker wilde in de hem toegemeten 30 minuten niets aan het toeval overlaten. Met emmersvol tegelijk werd alles wat hij als bewijs had verzameld, over de luisteraars uitgestort. Deze overkill wordt nog eens verdubbeld in de gedrukte versie van zijn rede. Aan de twintig bladzijden tekst zijn maar liefst 164 noten toegevoegd.
Niemand zal nu meer twijfelen aan de kennis van Breuker. Als voorbeeld van het effect daarvan op zijn oratie, het begin van een zin op blz. 6: ‘Ik zou het opnoemen bij Postma met Paul de Man, die het bij Hölderlin en Wordsworth signaleert, en aansluit bij Adorno en Auerbach, willen interpreteren (..)’ Wie durft dan nog tegen te sputteren? Noot 6 luidt: ‘Lokke 1982, die geïnspireerd werd door Jauss' signalering van de relatie tussen Mallarmé's poëtica en het Duitse idealisme.’ Door al zijn kennis zo nadrukkelijk te demonstreren raakt zijn betoog geheel overwoekerd. Breuker bewandelt ook vele zijpaden en weerlegt en passant zoveel mogelijk andere auteurs, zodat de lezer (en eerder al de luisteraar) de draad vrijwel direct kwijt raakt. Dat wordt nog in de hand gewerkt door de behoefte van professor Breuker om werkelijk alles wat hij over het werk van Postma weet met elkaar te verbinden. De dichter wordt daarmee zo gecompliceerd gemaakt, zo volkomen beroofd van elke spontaniteit of subtiliteit, dat het ongeloofwaardig wordt. Zijn dorre, boekhoudkundige benadering roept de vraag op of Breuker wel voldoende affiniteit met het werk van Postma heeft om het te kunnen analyseren.
En is Obe Postma nu een dichter van het ‘sublieme’? Tsja. Misschien. Uit de oratie van Breukers is op te maken, dat Postma bepaalde passages heeft aangestreept in het werk van Kant en dat hij Dickinson heeft vertaald, maar ook een concurrentiestrijd voerde met Boutens, die destijds kampioen verhullend onthullend schrijven over homoseksualiteit was. Tevens staat vast dat de beschrijving van Wordsworth in Kindlers Neues Literatur Lexikon net zo goed over Postma had kunnen gaan. En Wim Hazeu en Gerrit Jan Zwier hebben absoluut ongelijk als ze Breukers mening over de beinvloeding door Postma van Slauerhoff verwerpen.
Professor Breuker is met alle netten, die hij kon vinden op jacht gegaan naar de zeldzame Kornwerder vlinder. Resultaat: tuin vertrapt, vlinder ontsnapt.