Hans Kloos
(uit het interview met de snijtafel)
ik weiger niemand, iedereen past op mij
babyklein, morbide-obesitasgroot
koele pruimenhuid en ontveld rood
ze zeggen geen boe of bah meer
als ze doodstil op mij liggen
geen lip beweegt, star is de tong
maar heel het stijve lijf barst los
als het mes hun verhalen opensnijdt
die handen lezen, ogen horen
die in een vreemde hoek op mij rust
afgescheurde vingerpezen zegt het mes
beduiden dat hij lang heeft gebungeld
tussen hemel en aarde, het zoveelste slachtoffer
zelf heb ik weinig te vertellen
Blijven we bij het vel papier: het is voor ons soort mensen grond voor alles. Hier moet de materiaallijst uit elkaar gekerfd, tot het leven worden ingesneden. Wie wil dit niet worden: Schepper van de eeuwenoude lente, de Vesalius van de nieuwgeboorte?