Manuel Kneepkens
Baby
Je naaktheid is mij als de Lente
teder, uitnodigend tot strelen
als op een schilderij van Sandro Botticelli
je naaktheid is mij als de roze blos
op Christus' andere wang...
Jij, kinderlijkste onder alle vrouwen
die denkt een Engel te hebben gezien
En dat je... zwanger bent van God...!
Baby, het kindje dat je wiegt in je armen
en dat ruikt als een bosje rode rozen
en kleine slaapgeluidjes maakt
is toch heus van Jozef, de klusjesman uit Bartlehiem
Ooit zal het de Elfstedentocht uitrijden, misschien...
van armoede, honger, broeikasgassen?
Baby, dat wordt godvergeten klunen!
Immer ontijdig is er voor de dichter weer een wit en schel begin. Steeds wordt hem of haar het andere, blanke vel toegekeerd. Een volgende maning tot bezwadderen en bevruchting. Men zet zich aan de pen en het glijden begint. Vallen, opstaan, lange streken weer, en heel veel al dan niet beschreven hakkelen.