Tirade. Jaargang 53 (nrs. 427-431)(2009)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] Catharina Blaauwendraad Gedichten Kadaster Mijn huis wordt door een onvoltooide naam bewoond die achter dichte deuren klinkt. Zijn watermerk, een donker teken, blinkt op elke spiegel, elk bewasemd raam: Een voetafdruk van een moiré-lichaam dat kinderlijk op twee gedachten hinkt; een wederkerend stempel, ongeïnkt, maar half tot wil en handelen bekwaam. De man van het kadaster kijkt ernaar en ziet dat van de onbekende ander gegevens onuitwisbaar blijven staan. Ik kan in dit bestand de eigenaar niet wijzigen, zegt hij, dus ik verander uw naam: U neemt gewoon de zijne aan. [pagina 81] [p. 81] Verlichting Ik zou je nooit glashard de waarheid zeggen; ik ben je zachte spiegel, natte val. Ik ben de glazen reuzin die je baarde. Ik heb hijskranen geesten uit flessen zien trekken, torens uit de grond zien komen, éénbenige Repelsteeltjes zien stampvoeten zonder evenknie, zonder samengaan. Sprakeloze rokades langs de waterkant. Ik heb mijn hart verloren langs de kade mijn lichaam verkocht, mijn kinderen verzopen en onder water schaterlacht, onhoorbaar, de dood die ieder voorjaar weer de donzen eendenkuikens naar beneden trekt. In dit donker ben jij, de bastaard die me overleefde, de meest verlichte in het schijnsel van de onafgefakkelde waanzin, de naderende brand. Vorige Volgende