Tirade. Jaargang 53 (nrs. 427-431)(2009)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 79] [p. 79] Halbo C. Kool Le poète pur parle Ik ben een smerig rijmelaar met roos en vet in 't sluike haar, die, ongewaschen, ongeborsteld, al zweetend met zijn rijmen worstelt om, is per slot een vers gelukt, na 'n haastig middagmaal verrukt, op alle muzen te gaan klinken en me een goeden roes te drinken, want zonder muze, zonder rijm, ben ik een slordig sliertje slijm, dat om zijn kleinheid te vergeten zijn heil zoekt in onmatig eten, in drank en spel en vrijerij, een kermisklant, zoo vogelvrij.... Vorige Volgende