‘Ze zien er anders indrukwekkend uit,’ zei Emma.
‘Wilt u er eentje hebben?’ Hij boog zijn hoofd en maakte een decoratie los. ‘Deze hier kleurt goed bij uw haar,’ zei hij. Het was een rode ster met vijf punten. ‘Wat is uw naam?’
‘Emma,’ zei ze.
‘Kameraad Emma,’ sprak hij plechtig, ‘namens het opperste gezag en het volk van het Sovjetland wordt u onderscheiden met de orde van de Rode Ster.’ Hij speldde de medaille op haar trui, deed een stap achterwaarts en salueerde. ‘Wilt u ook de orde van Lenin?’ zei hij, wijzend naar de metaalwinkel op zijn borst. ‘Of die van Koetoezov?’
‘Nee,’ zei Emma, ‘we moeten het niet overdrijven.’
‘En nu,’ zei hij vastberaden, ‘neem ik u mee naar mijn vrienden. Om op het nieuwe jaar te drinken.’
‘Dan moet ik eerst naar boven om een jas te halen,’ zei ze. ‘Het is veel te koud om zo over straat te gaan.’
‘Neem de mijne maar,’ zei hij. Hij trok zijn legerjas uit en hing die om haar tengere schouders. De zoom reikte bij haar zowat tot de grond. ‘Die jas komt ook van de markt,’ zei hij. ‘Hij heeft waarschijnlijk de verovering van Berlijn meegemaakt, want ik vond Duitse lucifers in de binnenzak.’
Emma voelde aan de ruwe stof. ‘Misschien is de soldaat die hem heeft gedragen al lang dood,’ zei ze met een lichte huivering.
‘Ja, maar ik moet u waarschuwen,’ grijnsde hij, ‘het is best mogelijk dat zijn luizen springlevend zijn gebleven, en dat die straks opmarcheren langs de kraag. Of dat ze in een van de mouwen een partizanenlied gaan zingen.’
Hij legde een arm om haar middel, want het trottoir was nog steeds glad. Onder een confetti van vuurwerk liet Emma zich door hem naar de Amstelkade voeren.
‘Ik nam aan dat u een of andere hoge rant in het leger had,’ zei ze, ‘in gedachten noemde ik u de kolonel.’
‘U heeft dus aan mij gedacht,’ stelde hij tevreden vast. ‘Is het een teleurstelling dat ik geen kolonel ben?’
‘Nee,’ zei ze, ‘ik val niet op uniformen.’
‘Die jas is een grap,’ zei hij. ‘Ik heb hem aangedaan om een toespraak te houden voor mijn vrienden.’ Hij trok zijn gezicht theatraal in de plooi en begon opgewonden Russisch te spreken.
‘Ik versta er niets van,’ zei Emma.
‘Het is sovjetpropaganda,’ zei hij. ‘Dood aan kapitalisten en individualis-