goed en grote borsten. Het wond me op. Thuis was het ondergoed altijd wit. Maar ik voelde me ook onzeker. Was het haar bedoeling om me op te winden?
Toen vroeg ze me voor een baantje. Ze was lid van een kegelclub die iedere dinsdagmiddag speelde. Zou ik dan de kegels op willen zetten? De betaling was redelijk en ik zei dat ik het graag wilde doen. De eerstvolgende dinsdag begon ik. De club bestond uit vrouwen rond de veertig die allemaal een café beheerden. De meesten op en rond het Rembrandtplein. Zoals café Monico.
Het werd een nieuwe groentijd. De dames beoordeelden voortdurend mijn lichaam en maakten grappen die me deden blozen. Het was vernederend en opwindend.
Na de laatste kegelronde werd ik betaald. Ook dan konden de dames het niet laten om nog een paar prikkelende opmerkingen te maken. Van: ‘Ga je met me mee, schatje’, ‘Je mag me in het bad doen en daarna zien we wel’ tot de wel zeer duidelijke uitnodiging: ‘Zou je me willen likken?’ Ik vertrok zo snel mogelijk naar mijn kamer om bij te komen van dit verbale geweld. Gewoonlijk werd er dan na een uurtje op mijn deur geklopt. Daar was de hospita met een kop soep of een bord avondeten. Ze leek duidelijk te willen maken dat ik bij haar hoorde en niet bij die ruwe vriendinnen van haar.
Op een dinsdagmiddag was de hospita onder de douche gegaan voor ze mij iets te eten bracht. Ze kwam luchtig gekleed mijn kamer binnen. Verleidelijk gekleed zou ook van toepassing kunnen zijn. Ze dampte nog van de douche. Ze boog zich voorover om mij de soep aan te geven. Ik keek in haar decolleté. Borsten van enige omvang en geen beha.
Ik werd rood. Zo vond ze het wel genoeg en ze gaf het gesprek een onverwachte wending: ‘Ik kom net onder de douche vandaan en ik zag dat de wasbak nog vol baardhaartjes van het scheren zit. Wil je de wasbak na het scheren goed schoonmaken.’
Ze vertrok maar haar geur bleef nog lange tijd in mijn kamer hangen.