Tirade. Jaargang 50 (nrs. 412-416)(2006)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] Wim de Roo Gedichten Met onvriendelijke groet Hier het wijnglas en dan de ogen glazig en dan het besef van gas en licht en dan de rekeningen en dan de stilte tijdens herlezen met de radio op klassiek, sterven en dan weten dat ongrijpbare zwartgalligheid voor altijd nooit zal doordringen en dan opnieuw de schop in die grond en dan tegen haar scheenbeen en dan de blik, verontwaardigd en dan de opmerking die bloedend fout valt en dan terugkaatst met onvriendelijke groet en dan de regen in pijpen doorweekt en de sokken nat en dan het zien van een lullenbol met bril en een vrouw met haar vooroordeel en dan het vloekend voelen van blikken als vuur en dan, dan ram ik erop los, muzikaal, als op een piano, en dan zijn er nogal wat die hierop kicken... [pagina 108] [p. 108] Pijn & blues ‘Pijn,’ schrijnt Pijn. ‘Ontiegelijk omlaag brandende vijfenveertig graden rokende schijnroodpijn. Pijn dus!!’ schrijnt Pijn ‘Welnee! Blues,’ boort Blues. ‘Onuitputtelijk puddingbrakende neerwaarts hijgende blubberblues. Blues dus!!’ boort Blues ‘Blues? Mijn broek zakt ervan af,’ schrijnt Pijn. ‘Moejijeenriempie?’ boort Blues. ‘Nee. Kankerkanker met hoorn aan oor.’ ‘Met opgebokte leidingen?’ ‘Ja, opgebokt.’ [pagina 109] [p. 109] Die keer met de beer ‘Waar het om gaat,’ zegt hij, ‘is de wel. Dus nooit het niet.’ En hij kijkt als ik vaag - terwijl ontzag voelbaar de geest blokkeert - zoek naar zijn wel, ergens in dat kale lichaam op een groenlederen bank, uitgerekt keihard enkel lichaam - Net zoals die keer met de beer, denk ik, op kussenvoeten gleed hij door de nacht terwijl wij dichtsloegen en geen beer voelden... ‘Juist,’ zegt hij, ‘exact. Schijt voor mijn part in een hoek maar doe het wel en voel mij zitten en troost je, want ik weet het ook niet.’ Vorige Volgende