Tirade. Jaargang 49 (nrs. 407-411)(2005)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] Eva Gerlach Situaties Haar haar in zijn keel onoplosbaar. Als hij praat braakt zij afwezig in zijn oor, ze spuugt van die dingen die je na een tijdje niet meer weet omdat waarvan je vol bent makkelijk wegloopt, ‘wat te bevatten is, loos dat voorop -’ Dat ze zich bukte, dat ze iets deed zoals bloeden, dat hij haar niet meer terugpropt waar ook in zijn buik, drie manen in de boom als hij de wereld eindelijk dichtslaapt. [pagina 53] [p. 53] Eenvoudig wil hij het zeggen, zonder dat het zich loslaat. ‘Je moet aannemelijk maken dat je daar liep, dat je dat deed, dat je weg moest’ Maar dat is niet wat hij wil, hij wil niet weten waarom hij zo is als hij is, hij wil geen beschaving ontvangen. Hij wil daar lopen omdat hij niet ergens anders loopt en hij wil dat doen omdat iets anders niet opkomt. [pagina 54] [p. 54] Hij weet dat hij alles kwijtraakt en dat hij zijn rug verkeerd draagt. Toch is hij dikwijls vrolijk, stijgt er een luchtbel in hem omhoog waarop hij meelift naar kennis die hem normaal is ontzegd. ‘Eén hield haar hoofd zo, recht, een ding van Gevoel, sluitsteen, recht op haar lichaam dat Waarheid was, hol & gebogen -’ Hij heeft geen ziel, zijn regels gelden niet en hij verwaarloost zijn wezen, hij leeft van de wind, maar hij is dikwijls vrolijk en fluit dan naar kennis. Vorige Volgende