| |
| |
| |
Alfred Schaffer
Gedichten
De tijd kan ons gestolen worden
Dit loopt niet goed af: het landschap is genivelleerd en het is kouder
dan een week terug, zet me even in het zonlicht als je wilt. Iedereen
schiet te hulp, iedereen schiet tekort, iedereen staart zich blind op wat
verdwenen is. De buitenwereld is nog nat en klein en zacht genoeg,
onze dromen zijn waarachtig. Iemand gooit de eerste steen, iemand
vreest het ergste. Begrijp me niet verkeerd, je bent nog niet gevonden,
alles is zoals het was, je schrijft nog geen geschiedenis, je staat nog altijd
buitenspel, je kunt nog elk moment naar binnen wandelen. En toch,
de tijding is al onderweg, mannen trekken je voorzichtig uit het water,
het bloed van je gezicht geveegd - niet meer dan wat anonieme regels.
Hoe onrustig ook, we blijven je verwachten, het kon nog alle kanten op,
maar dezelfde ben ik niet en jou al evenmin. En daar was het verdriet.
| |
| |
| |
A penny for your thoughts
Laten we de waarheid geen geweld aandoen, al konden we al dagen
niets articuleren zonder dwang, geen verhaal laat staan een zin - maar
vannacht hield de storm ons binnenshuis en het werd al hoe zwarter,
elke poging tot een aanzet weggesmeten, het vervoer ging ondergronds
totdat de klok vijf slagen sloeg. Het kale interieur, een tijdschrift open
op de vloer, de nieuwsberichten zachtjes op de radio, een streepje licht
onder de deur maar kom niet verder, kijk toch hoe ik hier te trillen sta.
Je zult je weer en weer moeten bewijzen, verwacht het hoogste woord,
je snakt naar straks en is het nu of toen, ik ben je nog niet kwijt al is er
niets meer van mij over nagenoeg, zou ik zweren dat ik je vergeten was.
| |
| |
| |
In den beginne
Vertel eens over vroeger, dat raadsel, vragen staat vrij, of we ons niet uit
het hoofd kunnen bedenken, dan rijd ik je geduldig naar het raam zodat
de straat het staren van een kleurenbeeld voorziet, we zullen luisteren
of een enkel leven er vanaf hangt, misschien schuilt hier een waarheid in.
Een zoemer kondigt speeltijd aan, een piepklein drama, wapentuig klettert
tot je kamer gloeit van vrolijkheid, tot het gejoel je roepnaam overstemt,
die wanklank die je van verplichtingen ontslaat maar dat is achtergrond,
als na een lange dag van pleiten, pokeren, evacueren, zo zit je hier en niet
met het vooruitzicht dat je woorden wederom verdwenen, weggereden
bij de uitkijk, was dit verhaal verzonnen - weldra zonder bloedvergieten.
| |
| |
| |
Goede raad is duur
Je zou van lieverlee de avond overdoen - ja, het gaat weer over jou. Dit is
niet hoe je zult sterven, prijs de klokkenluider en zeg amen. Je hebt gelijk,
iets is bezig om te rotten, maar zet je beste beentje voort en laat ons weten
waar je je bevindt - je mag ons altijd wakker bellen. Je hangt te bungelen
als Tarzan aan een zijden draadje, mooi en nutteloos, je kunt het nog niet
stellen zonder uitroeptekens. Toch houden de vooruitzichten eenieder hier
op scherp: je rendier briest van ongeduld, uitstekend smaakt het malse vlees,
met boventonen op de tong. Richt je vizier op ons, op alles wat beweegt,
heb medelijden, je sporen heb je lang en breed terugverdiend, de prairie is
van jou. Schiet een paar buffels af of haal een ijsje, gebruik een zakdoek als
je niest, laat je spieren zien. En zeg amen en zeg amen. Kon je nu maar in
de toekomst kijken, je had dit afscheid grootser aangepakt. Je wordt
|
|