| |
| |
| |
[December 2001 - jaargang 45 - nummer 392]
Wim Raven
Achterhoedegevechten
Wanneer oude teksten als explosieve wapens worden ingezet zijn er mensen nodig die op tijd de ontsteking eruit kunnen trekken. Filologen, tekstwetenschappers, theologen. Vooral in de islamitische wereld natuurlijk, waar iedere ontwikkeling in de geesteswetenschappen de laatste eeuwen is uitgebleven, maar in Europa net zo goed. Toch zie je ook bij ons dat de alfavakken, die honderden jaren hebben gebloeid, geleidelijk afgeschaft worden of in een gangkast worden weggestopt.
Taha Husein, een lange tijd hoog gewaardeerde, maar nu wat uit de mode geraakte Egyptische literaat, zag in de dertiger jaren twee zaken die zijn land konden redden: 1. volledige integratie in de Middellandse Zee-cultuur; 2. studie van de klassieken. Hij had zelf Latijn en Grieks gestudeerd in Parijs, en was er in Caïro enige tijd hoogleraar in. Hij was onder de indruk van de kennis van de klassieken in westerse landen en meende dat dit mede een oorzaak was van hun succes. Egypte, een door en door Mediterraan land, zou er pas weer bovenop komen als het ook het klassieke erfgoed zou herontdekken en cultiveren.
Dat idee leek absurd, maar achteraf gezien zit er wel wat in, wanneer tenminste de Arabische klassieken worden inbegrepen. De modernisering van de islamitische wereld vanaf 1800 heeft zich geconcentreerd op militaire, medische en technische wetenschappen en vaardigheden. De geesteswetenschappen vond niemand interessant; daar kon je geen macht mee binnenhalen, en bovendien was er toch de islam?
In het Westen zijn de geesteswetenschappen ook mega-out, omdat er geen geld mee te verdienen is. Toch kan ook hier ineens weer de behoefte ontstaan om met teksten te kunnen omgaan, of dat nu de koran is, Mein Kampf, de geschriften van de Scientology, of de bijbel nog maar eens. Je kunt dat niet aan de televisie en Dr. Clavan overlaten.
| |
| |
‘Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard,’ zegt Jezus in het Nieuwe Testament. In het Oude Testament wordt volkerenmoord aanbevolen als oplossing voor maatschappelijke problemen. Hoe komt het dat deze teksten in onze omgeving niet tot rampen leiden? Omdat ze onschadelijk zijn gemaakt door batterijen moderne theologen. Die zeggen bij voorbeeld: ‘Nee, dat vers betekent iets anders dan u denkt.’ Of: ‘We moeten dat in een bredere context zien.’ Of: ‘Het Oude Testament geldt niet meer, want nu is er het Nieuwe.’ Of, nog beter: ‘Zo dachten ze er vroeger over, maar daar hebben wij nu geen boodschap meer aan.’
In de islamitische wereld zijn er geen theologen die deze kunst op eigentijdse wijze uitoefenen. Wel beschikte de islam vanouds over het prachtige principe van de naskh, ‘afschaffing’. Een jongere korantekst schaft een oudere af. De Traditie van de Profeet schaft de korantekst af. De overheid schaft koran en Traditie af, als zij het maar niet te luid zegt.
De Turkse sultan begon in de negentiende eeuw stilzwijgend als achterhaald beschouwde stukken islamitische wet af te schaffen. Zijn moderniseringen gingen weliswaar niet ver genoeg om het Ottomaanse Rijk te redden, maar het was een aardig begin. Hij kon zich dat veroorloven, want als kalief had hij groot gezag. De klad kwam erin toen het ‘wereldse’ gezag in de meeste landen door nadrukkelijk niet-islamitische, veelal koloniale machten werd overgenomen. Daarvan werden moderniseringen niet zo makkelijk gepikt. De kont tegen de krib dus. De regeringen van de later onafhankelijk geworden staten zijn rustig verder gegaan: kinderhuwelijk, echtscheiding, het thuiszitten van de vrouwen, het handelsrecht, alles ging op de helling, maar ongekritiseerd bleven de afschaffingen niet.
Toen aan het eind van de negentiende eeuw de fotografie in Arabië doordrong heeft men zich gehaast, het oude islamitische beeldenverbod af te schaffen, dat eeuwenlang het ontstaan van afbeeldingen van levende wezens weliswaar niet geheel verhinderd, maar toch sterk aan banden had gelegd. Waarom juist toen, en niet eerder? De argumenten ervoor lagen toch al eeuwen klaar? De drijfveer achter deze plotselinge afschaffingsijver was zonder twijfel het plezier dat men aan het machtig mooie nieuwe medium beleefde. Zelfs de vroomste sjeik wilde op de kiek, en ook heden ten dage is er geen prediker die niet met zijn konterfeitsel op het cassettebandje met zijn preken wil staan.
Met de afschaffing van de slavernij (in Saoedi-Arabië in 1962, in de meeste landen al eerder) is ook het slavenrecht afgeschaft. Alleen maffe oriëntalisten zoals ik hebben nog moeten leren hoe het vrijlatingscontract voor een
| |
| |
slaaf in elkaar zit of wat er gebeurt als een huisslavin een kind van haar eigenaar krijgt.
In Iran heeft Khomeini, na een aanvankelijk verbod op grond van de islamitische spijswetten, bepaald dat steur en kaviaar tóch gegeten mogen worden. Dit had zonder twijfel te maken met het feit dat deze dure vis veel dollars van de Grote Satan in het laatje brengt.
Waarom wordt er niet nog meer afgeschaft? Omdat men er geen zin meer in heeft; omdat het blijkbaar te snel is gegaan. De afschaffing van hoofddoek en sluier moet voor een beetje islamitische schriftgeleerde een fluitje van een cent zijn. De fundering in de gewijde teksten is niet erg sterk. Maar veel mensen zijn blijkbaar gehecht aan die dingen. Tegenwoordig willen de strengste moslims herinvoeren wat allang afgeschaft was, of zelfs wat nooit gegolden heeft. Het zou me anderzijds niet verbazen als de Afghanen momenteel ontzettend genoeg hadden van die flauwekul. Zo pendelt het heen en weer.
Moefti's van verschillende Arabische landen hebben na de inval in Afghanistan verklaard dat de djihad (‘heilige oorlog’) tegen Amerika nu gewettigd is. Is dat erg? Die mensen doen gewoon hun werk. Ze interpreteren de oude teksten op de oude manier, en die leiden inderdaad tot die conclusie. Islamitische overheden hebben zich echter altijd het recht voorbehouden, niet naar fatwa's te luisteren. Behalve natuurlijk als het politiek gelegen kwam. Of ze bestelden een andere fatwa naar smaak. Of de moefti's oefenden zelf terughouding; ze hadden een lijn naar de overheid (die veelal hun loon betaalde) en een fijne neus voor wat er politiek aan de orde was. Maar nu zijn er haast geen islamitische overheden meer. De fatwa's zweven vrij in de ruimte, zelfs op het Internet (zie bij voorbeeld www.cyberfatwa.de) en hebben direct invloed op de meningsvorming van het volk.
Het werk van deze moefti's, al is het nog zo middeleeuws, kan ik meer waarderen dan de reactie van vele welmenende, vredelievende moslims, die hebben gezegd, dat de djihad volgens de koran slechts defensief is (klopt niet), dat de koran het doden van mensen verbiedt (dat betreft de eígen mensen, niet de vijand), of dat met djihad alleen innerlijke strijd, geestelijke inspanning bedoeld is (ook, maar niet alleen). Zo komen we niet verder. Irrelevante teksten aanhalen; relevante teksten negeren; doen alsof teksten niet betekenen wat zij kennelijk toch betekenen, dat zijn de allerprimitiefste methoden om het met een heilige schrift op een akkoordje te gooien. Daar vegen fundamentalisten de vloer mee aan. Álle teksten moeten worden be- | |
| |
keken, ook de pijnlijke en agressieve, om vervolgens in hun totaliteit onschadelijk gemaakt te worden.
De Syrische dichter Adonis is zijn leven lang politiek correct en politiek actief geweest. Hij keerde zich tegen alle vormen van achterlijkheid, onderdrukking en terreur en beperkte zich daarbij niet tot het Nabije Oosten. Al zag hij de westerse beschaving als onontbeerlijk voor het nieuwe ontwaken van de Arabieren, snijdende kritiek had hij ook. In zijn cyclus Graf voor New York, tot stand gekomen tijdens de Vietnam-oorlog, voorzag hij het einde van de cultuur waarvan ook hij New York als symbool zag. ‘New York, een vrouw - het standbeeld van een vrouw/in één hand houdt zij een vod dat vrijheid heet, door documenten die we geschiedenis noemen/met de andere verstikt zij een kind dat aarde heet.’ De toon in deze cyclus, en in veel ander werk van hem, is die van een ziener en herinnert soms aan de Openbaring van Johannes. De storm die de dichter ziet aankomen uit het Oosten gooit zowel tenten als wolkenkrabbers omver. Dat is interessanter dan Nostradamus.
Ja, wij moeten allen als één man achter de Verenigde Staten staan, dat is duidelijk. Ethisch gezeur daargelaten, wij willen onze welstand op het huidige niveau houden, basta. Maar de aanblik van Sjors Dobbel Joe wordt me soms echt te veel. Ik zou nog geen tweedehands fiets van die man willen kopen. Een lege huls, opgevuld door zijn naaste medewerkers. Gelukkig zijn die zeer competent. Hopelijk blijven we bewaard voor de allereigenste gedachten van Mr. President.
Nog meer ethisch gezeur: 20, 100, soms 200 doden per dag in Afghanistan ten gevolge van Amerikaanse bommen. Stop de bombardementen! De media zijn weer diep geschokt, ook in de westerse wereld. Het ís ook erg, maar toch heb ik geen zin in dat zielige-zeehondjes-sentiment van mediaconsumenten. Hoeveel doden maakte en maakt het Taliban-regime per dag? Die worden niet eens geteld, laat staan dat er iemand om treurt of verontwaardigd is. De ondergang van het grote Boeddhabeeld in Bamiyan heeft bij beschaafde mensen meer ontzetting teweeggebracht dan alle door die ongeschoolde studenten vernietigde mensenlevens bij elkaar. De door de Taliban in hun dagelijkse routine gemaakte doden zijn zó vergeten dat men er zelfs niet aan gedacht heeft, ze propagandistisch uit te buiten. Misschien waren deze doden domweg onbruikbaar. Er waren immers geen televisiebeelden van.
| |
| |
Veronderstelling: in april 1945 zullen maar heel weinig Duitsers blij geweest zijn met de geallieerde bommen op hun land. In september allicht al meer; in elk geval zullen mensen opgelucht geweest zijn dat ‘het’ voorbij was. In 1955 zullen veel Duitsers, terugziend, wél blij zijn geweest. De waardering van bombardementen hangt sterk samen met wat daarna komt.
Een gebaar van de VS dat het ergste doet vrezen voor de toekomst is dat zij eerst de Emir van Qatar hebben gevraagd, de nieuwszender al-Jazira aan banden te leggen, en vervolgens hebben getracht de uitzending van de signalen althans naar Pakistan te verhinderen. Al-Jazira is welgeteld de enige vrij opererende nieuwszender in de hele Arabische wereld. Hun programma's worden door 35 miljoen Arabieren bekeken en zijn de schrik van iedere niet-gekozen Arabische regering - van vrijwel alle Arabische regeringen dus. Een eminent middel ter versterking van democratische krachten. De pogingen van de VS, waarover natuurlijk door al-Jazira is bericht, zullen de Arabieren sterken in hun indruk, dat democratie alleen maar wordt aangemoedigd voor de eigen mensen. Wel voor Amerikanen, niet voor Arabieren of Afghanen. Wel voor Israëli's, niet voor Palestijnen.
De Emir van Qatar heeft niet geluisterd. Dat is een prima kracht, die bezig is in zijn land de parlementaire democratie in te voeren. Maar hij heeft maar 150.000 Qatarese onderdanen, de rest is gastarbeider. En misschien is hij te goed van vertrouwen. Tot nu toe stond het landje open voor iedereen, ook voor terroristen die elders uitgewezen waren, op voorwaarde dat zij zich van politieke activiteiten onthielden. Dat hebben die terroristen inderdaad gedaan; ze hebben zich daar werkelijk keurig gedragen. Dit werd voorheen als een succes voor de Emir beschouwd; nu komt eerder de gedachte op aan een comfortabel vakantieoord voor ‘slapers’. Zonder twijfel hebben die ook behoefte aan een rustgebied in de Arabische wereld. Wanneer er nu in het westen jacht gemaakt wordt op terroristen worden er steeds meer uitgewezen en zou Qatar te vol kunnen worden.
Noch het bewind in Soedan, noch dat in Iran, noch dat in Afghanistan zijn in de verste verte islamitisch, dat wil zeggen: geen ervan voldoet aan de eisen die in de islamitische traditie aan een legitiem bewind worden gesteld. De veel geroemde islamitische wet wordt er ook maar mondjesmaat toegepast. Het stelt mij teleur dat velen in de islamitische wereld dit niet schijnen op te merken. Dat zal wel samenhangen met de algehele onderontwikkeling daar:
| |
| |
men kent zijn eigen traditie niet. Maar wat belet een moefti eigenlijk om daarop te wijzen? Of om een fatwa af te geven: Usama bin Laden is een misdadiger, wiens bloed te vergieten geoorloofd is? Vermoedelijk alleen het vage gevoel dat ‘dat daar toch onze mensen zijn’. Zoals wíj hier allemaal Amerikanen zijn.
Bij de lectuur van enkele teksten van Djamal al-Din al-Afghani en Muhammad Abduh viel mij weer op hoe fris van de lever deze schaamteloze islamhervormers uit de negentiende eeuw dachten en schreven, en hoe zij hunkerden naar modernisering. En als je de elfde-eeuwse theoloog Muhammad al-Ghazali leest kom je zelfs regelrecht onder de indruk van zijn grootheid. Geen moderne moslim-denker haalt bij benadering het niveau van de negentiende, laat staan van de elfde eeuw. In hedendaagse Arabische boekhandels, die tegenwoordig voor de helft gevuld zijn met vrome boekjes, vind je alleen maar deprimerend achterlijk gelul. Ook in islamitische landen zijn de goeie koppen allang niet meer in religieuze kring te vinden. Daarin verschillen ze niet van voorheen de christelijke wereld. Achterhoedegevechten.
College geven met publicaties van fundi-auteurs valt ook daarom zo tegen. Die teksten zijn zo warrig dat er nauwelijks vat op te krijgen is. Is dat nou alles? reageren de studenten dan, en ze vervelen zich. Ongeveer het niveau van Mein Kampf. Dat wordt overigens ook nog steeds verkocht aan stalletjes in de Arabische steden.
De partij-ideoloog van de npd, een extreem-rechtse partij in Duitsland, heeft al kort na de terreuraanslag in New York van zijn vreugde over dit voorval onverhuld op de televisie kond gedaan. Hij stráálde helemaal. Er zijn contacten van extreem rechts met Hamas en andere islam-terroristen bekend. In Berlijn is er de verdachte Interessengemeinschaft Deutsch/Arabische Freundschaft. Anti-joods, anti-democratisch, anti-Amerikaans.
Tussen neus en lippen door meldde het nieuws dat ook abortusklinieken in de VS brieven met antrax hadden ontvangen. Zouden de daders uit de great nation zelf voortkomen? Nazi's? Of proberen moslim-extremisten aldus de aandacht van zich af te leiden? In de islam is abortus nauwelijks een thema. Over het handschrift op de enveloppen die op televisie getoond werden is mijn spontane reactie: een schoolverlater uit een westers land, niet iemand die schrijven heeft geleerd in het Arabisch en later het Latijnse schrift heeft
| |
| |
verworven. In de VS hebben ze vast allang een blik grafologen opengetrokken, maar ze laten de suggestie nog even hangen dat ook deze terreurdaad van de booswicht uit het Oosten afkomstig is.
Imam el-Moumni, die opschudding heeft veroorzaakt door te beweren dat homoseksualiteit een besmettelijke ziekte is die tot uitsterven kan leiden, is dat een overblijfsel uit de islamitische Middeleeuwen? Volstrekt niet: het is een verwesterste, maar wat onmoderne man.
Een imam uit de oude tijd zou immers homoseksualiteit nooit hebben opgevat als een (te genezen?) ziekte, maar als zondig gedrag. Niet als een toestand die de lijder gedurende enige tijd of zelfs levenslang aankleeft, maar als een immorele handeling of reeks van handelingen. Hij had kunnen wijzen op de strafbaarheid volgens het islamitische recht, hoewel de strafmaat omstreden is en er eerst aan heel wat voorwaarden moet zijn voldaan. Natuurlijk had hij ook zijn mond kunnen houden. In een traditionele islamitische maatschappij had hij zulk gedrag, mits niet al te duidelijk zichtbaar, misschien met schouderophalen afgedaan, in sommige gevallen zelfs met een veelbetekenende grijns. De Egyptische studenten-imam al-Tahtâwî, die van 1826 tot 1830 in Parijs verbleef, merkte in alle onschuld op dat de Fransen niet met jongens naar bed gingen. Dat moet hij opvallend hebben gevonden. De vrolijke dubbele moraal van de oude islam is in de nieuwere tijd, vermoedelijk onder Angelsaksische invloed, veelal vervangen door een schrale, simpele moraal.
De gedachte dat homoseksualiteit geen zonde is, maar een ziekte, zal misschien ruim honderd jaar oud zijn en stamt uit West-Europa. Dezelfde herkomst heeft de vermeende besmettelijkheid - niet door een virus of iets dergelijks, maar door overneming van blijkbaar toch aantrekkelijk geacht gedrag, al blijven de voorstellingen dienaangaande meestal warrig. In grote delen van de westerse wereld is men van deze ideeën enkele decennia geleden terug gekomen.
De imam verbreidt dus tweederangs, wellicht niet geheel begrepen en alweer achterhaald westers gedachtengoed. Hij loopt een halve of een kwart eeuw achter, wat in kringen van de geestelijkheid niet ongebruikelijk is. De middeleeuwse islam is ook bij hem ver te zoeken.
|
|