Tirade. Jaargang 45 (nrs. 388-392)(2001)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 198] [p. 198] Rutger Kopland Gedichten En omgekeerd Een foto met een landschap van steeds meer ergens verdwijnende bergruggen tot er niets meer is dan ver verdwijnend licht ik kijk en denk: dit moet dus zijn gebeurd precies zoals ik het nu zie één keer weliswaar maar toch en omgekeerd: uit het licht in de verte komen steeds meer bergruggen op mij toe een stille gestolde golvende zee is er dan niets gebeurd, is dit dan de wereld die wij niet kennen, de wereld waarin dat gebeurt wat wij niets noemen maar wat zijn deze gedachten meer dan een paar weemoedige veronderstellingen [pagina 199] [p. 199] Dear James Dank voor wat je me zond vanuit je slapeloze nacht driftig neergeschreven dichtregels alsof je daarin zocht naar verweer tegen kleinheid en vergetenheid oog in oog met niemand en niets dan jezelf en de tijd. Gaf het je kracht te denken aan die regel van Shelley die je citeert: het verlangen van de nachtvlinder naar de ster? Vond je verweer in die regel die je zelf uitdacht: het schuifelen van de schildpad naar de zee? Het troostte mij te denken: hij heeft gelijk - het gaat niet alleen over hem. [pagina 200] [p. 200] Over het verzenden van een ansichtkaart Op de ansichtkaart staan een paar mannen ze spelen pétanque onder een plataan aan hun voeten een paar kogels ze hebben het spel stilgelegd en denken na ze zijn in een kring gaan staan hun hoofden gebogen over wat daar ligt er ligt een probleem zo te zien ligt er een probleem ik kan lang kijken naar deze kaart het zal daar bijna avond zijn het warme einde van een dag en terwijl niets beweegt daar groeit onzichtbaar langzaam een vraag de vraag: wat nu ik zou je deze kaart graag willen toezenden Vorige Volgende