eerste huwelijksnacht heeft hij met zijn vrouw in de kelderruimte doorgebracht, omdat de gasten maar niet naar huis wilden. Zijn zoon, die het enige kind is gebleven, is nu een smid in New York. Behalve dat Josef portier is, speelt hij in Tsjechische films de rol van zigeuner, Italiaan, Spanjaard of Zuidamerikaan. Door een ongeluk is hij in zijn loop enigszins gehandicapt. De filmrollen zijn dan ook in zoverre bij hem aangepast dat hij meestal aan tafel zit of in een geopende deur staat te gesticuleren.
Petr Zubr is de laatste van het stel musketiers. In Karlsbad heeft hij veertig beroepen uitgeprobeerd en is nu van plan om in Praag overnieuw te beginnen. Drie keer is hij getrouwd geweest, de laatste keer met een model dat Jiří vaak fotografeerde. Zubrs moeder was een Sudetenduitse, zijn vader een Tsjechische beeldhouwer, maar om haar kind de schande van niet-Duits bloed te besparen, verklaarde de moeder in 1944 dat haar kind van een Duitse soldaat was, die aan het front gevallen was.
Wouter is al naar ons logeeradres vertrokken, maar mij valt het moeilijk de woning van Jiří te verlaten. Aan tafel zit ik bier te drinken, beladen met schuldgevoelens. Want het enige wat ik tijdens de fluwelen revolutie heb kunnen doen was in mijn luie stoel naar de televisie staren. Wie op het slagveld ontbrak heeft ook geen recht op feestvieren, heeft eens een dichter gezegd.
Ik mijmer dat het allemaal bij Tsjernobil begonnen moet zijn. Daar vond in 1986 de mini-kernramp plaats, die de Russen dwong om de realiteit te accepteren. De naam Tsjernobil betekent zwart-wit: het zwart van de sluier van verouderde dogma's die als een onbruikbaar geworden illusie werden weggetrokken van het lichtende deel van de menselijke ziel, waarin de vonk van de fundamentele behoefte aan realiteit zich verscholen houdt. Zodra die behoefte vaste vorm aanneemt openbaart zich een werkelijkheid van waaruit geen weg terug meer mogelijk is.
De flat waarin wij logeren behoorde aan Jiřís schoonmoeder die kort geleden overleden is. In de gang, die tevens als keuken dienst doet, staan nog kruidenierswaren die ze voor haar dood had ingekocht. Van een van de theezakjes zet ik 's ochtends thee. Beneden in het flatgebouw bevindt zich een openbare bibliotheek. Een bord aan de gevel vermeldt ‘Boeken voor volwassenen’. De etalages van de winkels in de straat zijn gevuld met ingeblikt, duurzaam voedsel. Een kilo komkommer kost evenveel als wat je voor een grammofoonplaat betaalt.
Op het Wenceslausplein wordt de nieuw verworven vrijheid benut door geldwisselaars, vooral Joegoslaven en Polen. Als goed getrainde