nog niet zeggen dat men onmiddellijk de regels van het zwijgen onder de knie heeft. De eerste maanden dat men hier is, kan men nog niet vermijden tijdens het denken de lippen te bewegen. De doofstommen zijn er dan als de kippen bij om de woorden van je lippen te lezen en op te schrijven in grote cahiers, die zij bewaren in een enorme bibliotheek.
De informatie die daar over ons wordt verzameld wordt op alle mogelijke manieren tegen ons gebruikt. De partij van de stilte is de enig toegestane partij en de doofstommen fungeren als haar geheime politie.
Een club cinefielen, geheel bestaande uit doofstommen, is bezig aan een grootscheeps project, namelijk het op schrift stellen van alles wat acteurs in stomme films tegen elkaar zeggen. In hun maandblad Silent Screen is nog niet zo lang geleden een artikel verschenen waarin mij verweten wordt allerlei grove uitlatingen aan het adres van mijn medespelers en -speelsters gedaan te hebben. Ik zal je de voorbeelden besparen, maar ik voel mij diep beledigd.
Die belediging kwam des te harder aan omdat (zoals je zelf al wel gemerkt zult hebben) je bewuste herinnering - of wat daar nog van over was ten tijde van je overlijden - hier vervangen is door alles wat je op aarde was vergeten. Alleen Alzheimer patiënten zijn met deze regeling tevreden. Je moet ze zien rondsjouwen met hun fotoalbums, hun memoires, hun dagboeken!
In het begin kun je hierdoor behoorlijk in de war raken. Zo had ik geen flauw idee hoe mijn vrouw heette of hoe ze eruit zag, maar herinner ik mij een meisje dat ik in 1932 op een party in Denver heb ontmoet zo goed dat ik mijn oude botten bij elkaar gegrabbeld heb en een advertentie heb geplaatst in de hoop dat Eileen mij tijdens haar leven net zo hard vergeten was als ik haar.
Ik weet niet hoeveel jij aan het eind van je leven vergeten was, maar ik kan me, gezien een paar opmerkingen die je wel eens tegen mij hebt gemaakt, nauwelijks voorstellen dat je bijzonder verheugd zult zijn met je ‘nieuwe herinneringen’. Toen je net overleden was heb ik een groot aantal stukken over je gelezen waarin gesproken werd over ‘taal op de rand van het zwijgen’, ‘teksten waarin nog maar een paar herinneringen doorklinken’ en meer van dat fraais.
Ook werd er in die stukken hier en daar gerefereerd aan die film waarin ik de hoofdrol heb gespeeld, Film, uit 1964.
Ik denk dat jij hem vergeten bent, maar mij staat hij nu zo glashelder voor ogen dat ik hem niet meer uit mijn denken kan bannen.