vervolg Prosper Merimée
zegd zich met niets anders te bemoeien dan met het bewaken van de gevangenen, met de belofte dat zij niet zouden aanvallen. Toch waren er 7 à 800 dieven in die gevangenis die hun als hulpkrachten diensten hadden kunnen bewijzen. Verklare wie het verklaren kan, deze tegenstrijdigheden van heldhaftigheid, van woestheid, van edelmoedigheid en van barbarie. Het yolk hier ontleent zijn gevoelens aan de literatuur van het melodrama en aan de smerige kranten waardoor het flink gecorrumpeerd wordt. Zal het ooit mogelijk zijn iets te doen met een volk voor wie een dag van muiterij een feestdag is, altijd klaar om te doden en om gedood te worden voor een woord zonder betekenis? De laatste slag is voor de opstandelingen een zware les geweest, maar men kan niet hopen dat het gevaar voor goed is geweken. De regering heeft noch energie, noch verstand. Zij voelt dat zij door heel Frankrijk wordt verafschuwd, en om haar fouten, of liever: haar wandaden uit het verleden, niet te hoeven erkennen, voegt zij, en zal zij nog iedere dag, nieuwe er aan toevoegen. Men zag nooit een stad in groter ontreddering dan Parijs. Een inval van kozakken zou er minder verschrikkelijke sporen hebben nagelaten. Adieu, chère comtesse. Ik kan niet meer schrijven, ik val om van moeheid en slaap.