De Tijdspiegel. Jaargang 50

[p. 223]

Lichtstralen.

Men kiest niet een politieke partij, zooals een redenaar een onderwerp kiest voor zijn redevoering, of liever men neemt niet een partij, de partij neemt u, zij drijft u voort en steunt u, zij maakt u te midden van den storm kalm en vaardig en voert u door de branding. Ook in de politiek zijn zonder geloof en liefde geen groote dingen mogelijk.

V. Cousin.

Men moet ook in de politiek handelen kunnen, zooals men wil, om te handelen, zooals men moet.

Zachariae.

De Staat, waarin zij, die tot de regeering geroepen worden, het minst lust hebben te regeeren, zal vanzelf het best en het kalmst bestuurd worden.

Plato.

Een ervaren staatsman heeft gezegd, dat het geheele constitutioneele leven welbeschouwd bestaat uit een reeks van transacties. Wordt de transactie verijdeld, omdat een der betrokken partijen haar opvatting met doctrinair absolutisme wil doordrijven, dan wordt de reeks van transacties verbroken en er ontstaan botsingen, en aangezien het staatsleven niet kan stilstaan, worden de conflicten quaesties van macht.

Bismarck.

Weg met het geroep: wetten, niet mannen! 't Is onzin te zeggen: de strengen trekken den wagen, niet de paarden. Wil men bij de vergelijking blijven, welnu: mannen zijn alles, wetten in vergelijking niets. Ik spreek van moeilijke, gevaarvolle tijden, waarin stelsels dreigen ineen te vallen, voorbeelden en algemeene voorschriften ontbreken. In zulke tijden zal de Staat zijn redding te danken hebben aan de geestkracht, aan het karakter van mannen, niet aan dezen of genen maatregel, hoe wijs ook uitgedacht, hoe onberispelijk ook uitgevoerd. In zulke tijden verheffen zich koninkrijken of zinken in het niet, al naar zij geleid worden, niet door welgemeende, wellicht lofwaardige bemoeiingen, maar door gebiedende, achting afdwingende talenten, door bekwame mannen.

Canning.

[p. 224]

De ziekte, waaraan bureaucratische regeeringen zijn blootgesteld en waaraan zij gewoonlijk ook sterven, heet routine. Zij gaan te gronde aan de onveranderlijkheid van haar levensregelen en meer nog ten gevolge van de algemeene wet, waarmee alles, wat routine wordt, zijn levensbeginsel verliest en aldus, zonder inwendige levenskracht, zich slechts werktuiglijk voortbewegend, het voorgestelde doel niet bereiken kan. Bureaucratisme heeft altijd neiging zich op te lossen in pedantisme.

Mill.

Heftige partijtwisten leiden altijd tot onverschilligheid voor de algemeene welvaart en voor de eer van den Staat. Waar de partijschap groote afmetingen aanneemt, daar vraagt men niet naar het belang van het gansche volk, maar alleen naar dat van zijn eigen aanhangers; wie daarbuiten staan, worden beschouwd als vreemden, vijanden of indringers.

Macaulay.

Hoe grooter de maat is van burgerlijke en politieke vrijheid, des te grooter moet de strengheid der wet en haar toepassing zijn.

Canning.

Er was nooit een partij of sekte, waarin de domsten niet tevens de heftigsten waren.

Pope.

Het ligt in den aard der partijen haar oorspronkelijke tegenstanders langer indachtig te zijn dan haar oorspronkelijke beginselen.

Macaulay.

Zwakte ontwapent niet, integendeel, zij moedigt aan tot nieuwe eischen.

Lamartine.

Wie met één slag alles wil verbeteren, vernielt alles. Ongeduld schept illusies en ruïnen, in plaats van waarheden. Ontgoochelingen zijn vóór den tijd geplukte waarheden.

Lamartine.

Wie geen hart gevoelt voor de ideeën, welke zijn tijdgenooten bewegen, is niet geboren hen te beheerschen.

V. Cousin.

In de geneeskunst, den godsdienst of de staatkunde is er geen kwakzalverij, die niet zelfs een sterken geest kan drijven, wanneer deze door leed of vrees wordt verward.

Macaulay.

Wat geschied is, oefent op het gemoed der meeste menschen een onweerstaanbare macht uit, en wat onmogelijk scheen, neemt, zoodra het geschied is, naast het gewone zijn plaats in.

Goethe.

[p. 225]

De omstandigheden geven in het rijk der werkelijkheid aan elk politiek beginsel zijn eigenaardige kleur en zijn bepaald karakter. De omstandigheden zijn 't, die elk politiek of ander plan weldadig of verderfelijk voor de menschheid maken.

Burke.

Wanneer een politieke regeering lijdt aan een groote kwaal, die tot haar ontbinding leiden moet, zullen de schitterendste daden van moed, ja, zelfs gewonnen veldslagen een natie wel beroemd kunnen maken, maar haar nimmer verheffen.

Voltaire.

Het ontbreekt nooit aan middelen de menschen te regeeren, maar zij zijn steeds aan verandering onderhevig; de wijsheid van een regeering bestaat hierin, dat zij die middelen weet te kiezen en toe te passen.

V. Cousin.