verzwakt. Elken dag zien wij mannen voor hun partij doen, wat zij nooit zouden doen voor zichzelf.
Macaulay.
Het zou niet moeilijk zijn te bewijzen, dat in een grooten Staat de eigenlijke wil van de door telling verkregen meerderheid naar zijn aard gericht moet zijn op de vernietiging van het geheel.
Gentz.
Niets is zoo stuitend als de meerderheid; immers, zij bestaat uit eenige sterke leiders, uit schelmen, die zich accommodeeren, uit zwakken, die zich assimileeren, en den grooten hoop, die naloopt, zonder in de verte te weten, wat hij wil.
Goethe.
Een volk van goden alleen zou democratisch geregeerd kunnen worden. Zulk een volmaakte regeering past niet voor menschen.
Rousseau.
De democratie werkt het verderfelijkst op de militaire organisatie. Deze toch berust op tucht en de democratie is de ontkenning van tucht.
Renan.
Wanneer iemand een levendige phantasie heeft, gepaard met scheppingszin, komt hij licht tot den wensch, dat de maatschappij, waarin hij leeft, anders georganiseerd ware, dan zij inderdaad is. Een goed patriot en waar staatsman tracht echter uit de bestaande stof, die zijn vaderland hem aanbiedt, zooveel te maken, als mogelijk is. Neiging tot behoud en tact om te verbeteren zijn de beide elementen, welke vereenigd het karakter van een groot staatsman vormen. Alles, wat daarvan afwijkt, verraadt een meer dan alledaagsch hoofd in de plannen en de uitvoering leidt tot den ondergang der maatschappij.
Burke.
De menschen zijn altijd gereed een groot en schitterend genie in een staatsman met ijverzucht, wellicht ook met nijd, in elk geval met wantrouwen gade te slaan. De fatsoenlijke middelmatigheid geeft niemand aanstoot.
Brougham.
Men kan zich moeilijk een pijnlijker positie voorstellen dan die, waarin een groot man zich bevindt, die veroordeeld is van den langzamen doodsstrijd van een vervallend land getuige te zijn, het bij de wisselende aanvallen van dofheid en razernij, welke aan de ontbinding voorafgaan, te leiden, terwijl de teekenen van levenskracht voor en na verdwijnen, totdat er niets overblijft dan onverschilligheid, domheid en verrottting.
Macaulay.
Het practische leven moet, zal het nuttig zijn, een leven zijn vol transacties. Een staatsman is dikwijls genoodzaakt toe te stemmen in maatregelen, die hem tegenstaan, alleen om niet de uitvoering tegen te houden van maatregelen, die hij van het hoogste belang acht.
Macaulay.