den gesteld. Dat hij toch niet afgeschrikt wordt, en, waar hij de hand kan leggen op eenige stukken, die gebruikt om de kennis van dien droevigen tijd aan te vullen, daarvoor kunnen wij hem niet genoeg dankbaar zijn.
't Is den ijverigen geschiedvorscher gelukt, aangaande een vrij duister punt uit dien tijd, de intriges (samenzweringen kan men ze kwalijk noemen) der Patriotten in het najaar van 1794, toen de Franschen na de overwinning bij Fleurus eenen tweeden inval in Nederland ondernemen moesten, en hunne blinde bewonderaars hunne ketenen, zooals zij 't noemden, wilden verbrijzelen, eenige nieuwe bouwstoffen te vinden en daaruit een geheel te maken.
't Zijn nagelaten papieren van een der bekwaamste mannen uit dat tijdvak, den financier Gogel, met een stuk, opgesteld door Mr. Jacob Blauw, een dier partijhoofden, die er 't meest toe hebben bijgedragen om het geslacht dier dagen in minachting te brengen. Wij onthouden ons hier zoowel van elke critiek, als van elke verdere mededeeling van den inhoud (onze lezers zullen dien zeker wel kennen), maar vergenoegen ons met den indruk weder te geven, dien de lezing, niet zoozeer van het verhaal als wel van de in den tekst en als bijlagen medegedeelde brieven en stukken, op ons gemaakt heeft.
Die indruk nu is een hoogst ongunstige.
De overtuiging, dat een volslagen gebrek aan energie de Nederlanders in de 18de eeuw kenmerkte, is er door bevestigd. Wanneer men alleen let op de woorden, dan zou men daden verwachten, die Rome en Hellas beschaamd zouden maken; maar ziet men, wat er geschiedt, dan is 't hoogstens een storm in een glas water. De regeering, zelve zwak en van hare zwakheid overtuigd, kan nog altijd baas blijven over eene revolutionaire partij, die wel krachtige protesten en opgeschroefde pamfletten kon verspreiden, maar die geen enkele daad verrichtte. Waren de Franschen niet gekomen, er ware niets gebeurd. De emigranten sporen natuurlijk de Patriotten aan tot het maken van eene revolutie, de massa des volks is heimelijk op hunne hand, troepen zijn er bijna niet meer, en toch, niet eene enkele beweging wordt gemaakt; men wacht, tot de regeering de vlucht neemt of afdankt en dat de Franschen hun vreedzamen intocht houden. De tegenpartij is al niet veel beter; zij weet, dat niemand met haar sympathiseert; hare houding herinnert levendig aan die der Katholieke en Spaanschgezinde stadsregeeringen in Holland in 1572. Maar terwijl toen een kloek woord allen in beweging bracht, is thans de massa der natie in doffe apathie verzonken en is geheel lijdelijk. De hoofden der Patriotten mochten plannen maken om alles te onderste boven te keeren, spreken van guillotine en vuur en zwaard, per slot van rekening voelden zij zich ook medegesleept door de algemeene loomheid en gingen, na een opgewonden redevoering eene lange pijp rooken en thee drinken uit Japansch porcelein in een koepel met het uitzicht op een