zijde te doen kennen. Daarom werpen de processen-verbaal der revolutie een zoo uiterst ongunstig licht op de bewerkers dier revolutie. Dit voert niet zelden tot miskenning van de groote leidende ideeën der Omwenteling. Indien de Fransche revolutie het werk geweest was enkel van slechte menschen, zouden hare gevolgen niet zoo zegenrijk geweest zijn. Dat die zegeningen duur gekocht zijn, wie zal het ontkennen? Moesten wij om dien hoogen prijs de Fransche omwenteling veroordeelen, gewis zouden wij de meeste omwentelingen moeten veroordeelen, waarvan ons geslacht schoone vruchten geplukt heeft.
De groote revolutie, die op het eind der vorige eeuw in Frankrijk plaats greep, onderscheidt zich van alle andere staatkundige revoluties daardoor, dat zij van blijvend belang is niet alleen voor Frankrijk, maar voor geheel Europa. Om hierover een in ieder opzicht juist en onpartijdig oordeel te kunnen vellen is de tijd, die ons scheidt van de Omwenteling, nog veel te kort, brengen de gebeurtenissen dier woelige tijden nog te veel de hartstochten in beweging. Vandaar soms het gebrekkige, niet zelden het overdrevene, waardoor zich de werken der schrijvers kenmerken, die gepoogd hebben de plaats aan te wijzen, welke aan de Fransche revolutie in de algemeene geschiedenis toekomt. De Italiaansche patriot Mazzini had gelijk, toen hij, weinige dagen voor zijn dood, zijne waarschuwende stem verhief tegen het geloof, door de partij van den vooruitgang in Frankrijk blindelings aangenomen, dat de Omwenteling, omdat zij een nieuw tijdperk heeft ingewijd, een einde gemaakt heeft aan alle staatkundige dwalingen, en dat het werk, dat nu nog moet gedaan worden louter een werk is van de eductie; toen hij de meening bestreed, diep geworteld in Italië en in geheel Europa, dat het doen der eerste stappen, die tot beschaving leiden, een duurzaam en onvervreemdbaar erfgoed is van Frankrijk. Te vaak verzuimde men de algemeene beschouwingen over den invloed der revolutieleer in verband te brengen met de inwendige geschiedenis van het revolutionnaire Frankrijk. Zulke beschouwingen behoeven telkens herziening en verbetering, eene behoefte die zich te sterker doet gevoelen naarmate in de laatste jaren door de ijverige nasporingen van Fransche en Duitsche geschiedschrijvers een grooter aantal vergeten of onbekende bijzonderheden op de revolutie betrekking hebbende aan het licht gebracht zijn.
Tot welke klasse van historieschrijvers, door mij in het begin dezer boekaankondiging genoemd, Dr. J. ten Brink, behoort, zegt ons de titel van zijn werk. Wij ontvangen meer dan die titel belooft. Na beschrijving der slachtoffers en helden der revolutie voert de auteur ons van de Tuileriën naar het met den dood van Lodewijk XV van alle leven beroofde Versailles, doet ons luisteren naar de gesprekken in de salons; geleidt ons naar de tentoonstellingen in den Louvre, naar de koffiehuizen en theâters; doet ons de vroolijke, woelige, ijdele Parijzenaars bij den aanvang der Omwenteling en in den somberen tijd der