De Tijdspiegel. Jaargang 32(1875)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 214] [p. 214] Suum cuique. Thorbecke's standbeeld. De steen, die door de tempelbouwers Verachtlijk was een Plaats ontzegd enz, Ook een Staatsman en geen kleine. Zwaar treft wie pligts gebod weerstreven, Der schrikbre Nemesis gerigt! Verbeeld u dat ik voor u stond, Het hoofd gebogen naar den grond, De brandende oogen neêrgeslagen; En antwoordde op uw dringend vragen Met stamelenden mond! Dat eedle mannen, allerwegen, Waarheen ik trad, beduidend zwegen; Zoo als, met achteloozen groet, Men voor een wijl zijn rede staakt, Wanneer, met onbescheiden voet, Een niet gebeden gast genaakt; Dat hand noch mond, van klein noch groot, Aan uw' gemaal het welkom bood, Wanneer hij binnenkwam; Dat, in der vrouwen fieren kring, Uw oor 't gefluisterd smaadwoord ving En 't hoongelach vernam! heemskerk, maar de groote. Vorige Volgende