Onderhandeling met de Ultramontanen scheen niet verwerpelijk.
De medewerking van Malcontenten, teleurgestelde portefeuillejagers, zou welkom zijn.
Maar het spel was verraden. Ditmaal waakte het volk en luide sprak de pers.
Mokkend trok men terug.
In geheime zittingen wreekte men zich over de bittere teleurstelling.
Te midden van het volk, over het volk, maar zonder het volk, werd beraadslaagd, dagen achtereen, zonder oorzaak, tegen den wil der Begeering.
Wat is er gezegd, wat is er gedaan? vraagt het Nederlandsche volk. Het volk heeft recht - niet op de ontsluiering van de geheimen der diplomatie, maar recht op openbare behandeling van de openbare zaak. Niet aan een veemgericht wil de natie hare belangen toevertrouwd hebben.
Nog wordt openbaring van al wat voor openbaring geschikt is met nadruk door het volk begeerd. Begeerd ook, dat de Tweede Kamer besefte, dat zij er is om het volk, en niet het volk om de kleinzielige eerzucht van enkelen, den wrok van anderen te bevredigen.
Men spreekt van eene nieuwe formatie der Liberale partij; te Amsterdam is een programma opgasteld.
De proef kan genomen worden, o ja, maar is er met vele leden der tegenwoordige Kamer nog wat aan te vangen?
Wanneer eene krachtige liberale regeering een beroep op het volk noodig acht, kan zij op den steun van het volk rekenen.