Esther. Naar het Engelsch van de schrijfster van ‘Cometh up as a flower.’ Deventer, A. ter Gunne.
't Is een akker met tarwe en onkruid, dien we hier voor ons hebben. Er is goeds en schoons in dit boek, maar ook veel, dat het ontsiert. 't Getuigt voor den gelukkigen aanleg der schrijfster, 't getuigt van talent, maar vertoont ook menige duistere plek. Als onpartijdig recensent hebben we op beide te wijzen. Natuurlijk beginnen we met het goede. Als zoodanig noemen we in de eerste plaats de juistheid der karakterteekening. De schrijfster bewijst dat ze met scherpen blik niet slechts de uitwendige handelingen der menschen heeft waargenomen, maar dat ze ook kennis draagt van wat daar binnen omgaat. Hare karakters dragen den stempel der waarheid in zich. De lompe adeltrots van Sir Thomas is even natuurlijk geteekend als de geestelijke hoogmoed der dames Brandon, in zijne bekrompen liefdeloosheid. Esther in hare behaagzucht en St. John in zijne onbeduidendheid zijn uit het leven gegrepen. Ook Robert Brandon, door zijne zelfverloochenende liefde ver boven het gewone peil der menschen verheven, heeft echter niets onmogelijks of onnatuurlijks aan zich. 't Is een reine, onzelfzuchtige ziel. Jammer echter, dat een zoo edel beeld geen waardiger omlijsting ten deel kon vallen, 't zou er te aantrekkelijker om geweest zijn. Onbeholpenheid en gebrek aan ontwikkeling wekken geen sympathie, en de ‘Saaije lummel’ benadeelt den edelen, goeden mensch. Toch zijn beiden vereenigbaar, en we maken daarvan dan ook geen verwijt aan de karakterkennis der schrijfster, we bejammeren het slechts, dat het zedelijk schoone, waarvan Brandon in dit boek de éénige vertegenwoordiger is, door zijn persoonlijkheid zoozeer wordt verduisterd. Tot de gaven der schrijfster rekenen we ook die om onderhoudend te kunnen vertellen. De dialoog is los, de beschrijving van toestanden en plaatsen frisch en vrij van gerektheid. 't Kan echter zijn dat de vrees voor die, niet ongewone, fout harer landgenooten wel oorzaak is dat ze nu en dan tot een ander uiterste vervalt, althans, we
hadden hier en daar wel wat meer duidelijkheid gewenscht. Er spreekt daar iets uit als overhaasting of achteloosheid. Of die ook oorzaak zijn dat een menigte frases en gezegden aan wat verwards, anderen aan onbeduidendheid en platheid lij-