de gewervelde dieren worden verdeeld. De verschillende orden en familiën van elke klasse worden daarin beschreven; wat de geslachten aanbelangt, worden van zoo vele daarvan de kenmerken opgegeven, als noodig is om de verscheidenheid van den vorm binnen de grenzen der familie te doen uitkomen. Soorten worden slechts in zoover genoemd als noodig is om tot voorbeelden te dienen, of om door opgave van enkele bijzonderheden het beeld van de familie te voltooijen. Steeds wordt acht geslagen op de ten onder gegane vormen en deze met de bestaande in verband gebragt.
De tweede afdeeling van het tweede deel, de Morphologie der gewervelde dieren, behandelt de dieren uit een ander oogpunt. In de eerste afdeeling werd omtrent de zamenstelling der gewervelde dieren slechts zooveel medegedeeld, als vereischt werd om eensdeels de overeenstemming van het maaksel der dieren met hunne levenswijze aan te toonen, anderdeels om aan dit maaksel de grondslagen voor de rangschikking te ontleenen. Hier daarentegen worden de afzonderlijke organen en stelsels, waaruit het ligchaam der gewervelde dieren bestaat, achtereenvolgens beschouwd, en de verschillende klassen en orden ten aanzien van die organen en stelsels met elkander vergeleken, om zoodoende te komen tot gevolgtrekkingen, waardoor, te midden der groote verscheidenheid van vormen, zich toch de eenheid van het plan der bewerktuiging openbaart. Die tweede afdeeling is dus eene vergelijkende ontleedkunde der gewervelde dieren, en bezit dan ook een tweeden titel: Leerboek der vergelijkende ontleedkunde, tweede deel. Daar het in een werk over vergelijkende ontleedkunde beter is dat de lagere klassen aan de hoogere voorafgaan, zal de tweede afdeeling van het derde deel (Morphologie der ongewervelde dieren) het eerste deel van het leerboek der vergelijkende ontleedkunde uitmaken.
Van het derde deel ligt de eerste afdeeling, het Natuurhistorisch overzigt der ongewervelde dieren, thans mede voltooid voor ons. De behandeling van dit gedeelte is dezelfde als voor het Natuurhistorisch overzigt der gewervelde dieren. Dat dit overzigt ruim zevenhonderd bladzijden meer beslaat dan dat der gewervelde dieren, zal bij niemand, die met natuurlijke historie bekend is, bevreemding wekken; in tegendeel zal hij zich verwonderen dat deze afdeeling nog niet verder uitgedijd is, wanneer bij de grondige behandeling er van door den schrijver in aanmerking neemt.
Van de tweede afdeeling van dit derde deel, de Morphologie der ongewervelde dieren, of leerboek der vergelijkende ontleedkunde, eerste deel, - is tot dusver nog niets verschenen.
Om een juister begrip te geven van hetgeen men in dit werk, bepaaldelijk in het natuurhistorisch overzigt, vindt, nemen wij uit de voorrede van het derde deel de volgende opgave over van het aantal beschreven klassen, orden en familiën in elke der zeven hoofdafdeelingen van het dierenrijk.