waarmede de voorgaande eeuw eindigde; de ontwikkeling van die Reactie tot ultramontanisme; de strijd van dat ultramontanisme met de beginselen van de moderne maatschappij en met de werkelijke vrijheid, zooals die door het ‘geavanceerde Protestantisme’ wordt gebezigd. Volgens den hoogleeraar Laurent is de strijd tegen het Ultramontanisme in den boezem dor Roomsch-katholieke kerk een ijdele onderneming. Het katholicisme kan niet door liberale hervorming met de behoeften en de eischen van den nieuwen tijd verzoend worden. Er is voor de katholieke kerk evenmin als voor het orthodoxe protestantisme heil te verwachten van halfslachtige hervormingen. De meest waardige vertegenwoordigers van de moderne maatschappij willen wel godsdienst en met name de beginselen van het godsdienstig gemoedsbestaan, dat Jezus in zijn leven en woorden ten toon gespreid en aanbevolen heeft, maar zij willen geen godsdienst, die zich met de onwankelbare uitkomsten van het ontwikkelde intellectueele en zedelijke leven van onzen leeftijd niet verdragen kan. ‘In het Theologisch Tijdschrift’, dat uitgegeven wordt door de heeren van Bell, Hoekstra, Kuenen, Loman, Rauwenhoff en Tiele, werd in den jaargang voor 1870 de aandacht op dit werk van Prof. Laurent gevestigd door den hoogleeraar Rauwenhoff. Wij kunnen niet beter doen, dan hier over te nemen wat Prof. Rauwenhoff aldaar geschreven heeft. ‘Volgens den Gentschen hoogleeraar is er van het katholicisme voor de ontwikkelden niet meer te wachten. Zeker, het zal blijven voortbestaan; het zal zijne aanhangers, wezenlijke en schijnbare, bij millioenen kunnen blijven tellen; het zal niet ophouden een geduchte macht te zijn in den staat; maar zich op de hoogte te stellen van de moderne beschaving, vrede te maken met de wetenschap, een hulpmiddel te worden voor de ontwikkeling van het volksleven, in één woord weder de godsdienst te zijn van het best gedeelte der natiën, - daarvoor is het
verloren, voor altijd.’
‘Laurent schrijft voor een belgisch publiek. Had hij een anderen kring van lezers, hij zou mogelijk minder uitsluitend alles brengen onder de tegenstelling van kerkgeloof en vrijdenken. Maar, al wordt ons volksleven niet zooals dat van onze naburen door die tegenstelling verscheurd, wij hebben toch ook reden om zulk een onvermoeiden, zulk een bekwamen en vooral zulk een onverzoenlijken bestrijder van het geestdoodend kerkgezag als Laurent hoog te waardeeren. Vooral in dit geschrift ‘le Catholicisme et la religion de l'avenir’ heb ik een bijzondere flinkheid van behandeling bewonderd. In breede, kloeke trekken wordt eerst de tegenwoordige toestand op godsdienstig en kerkelijk gebied geschetst en daarna volgt de aanval op het ultramontanisme, als onvereenigbaar met de belangen van den godsdienst, van de beschaving en van de vrijheid. Het zijn feiten, waarop door den auteur wordt gepleit, onwraakbare getuigenissen waarop hij zich tot verdediging zijner stelling beroept. Het geheel is een geharnast boek,