De Tijdspiegel. Jaargang 28
(1871)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De– AuteursrechtvrijDe Tijdspiegel. Jaargang 28. D.A. Thieme, Arnhem 1871
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar DBNL
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De Tijdspiegel. Jaargang 28 uit 1871.
redactionele ingrepen
Aan het begin van elk nummer is een kop tussen vierkante haken toegevoegd.
Eerste deel
p. 16, 17, 448: accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier, met bijbehorende tekst, op iedere regel herhaald.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1: II, IV, deel 2: II, IV) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[Deel 1, pagina I]
DE TIJDSPIEGEL.
i.
[Deel 1, pagina III]
DE
TIJDSPIEGEL.
1871.
EERSTE DEEL.
ARNHEM,
D.A THIEME.
1871.
[Deel 2, pagina I]
DE TIJDSPIEGEL.
ii.
[Deel 2, pagina III]
DE
TIJDSPIEGEL.
1871.
TWEEDE DEEL.
ARNHEM,
D.A. THIEME.
1871.
[Deel 2, pagina V]
Inhoud. Godgeleerdheid en Onderwijs.
Blz. | |
---|---|
Dr. F.W.B. van Bell, Een gewenscht verschijnsel op het gebied der moderne richting | 1 |
Het geloof en de geloofsgronden van een modern christen. In Brieven door T. Roorda, doctor in de Godgeleerdheid en in de Letteren, lid van de Kon. Akademie van Wetenschappen te Amsterdam. |
Blz. | ||
---|---|---|
J.A. Bakker, De vereischten en de pligten van den wetenschappelijken geschiedschrijver | 6 | |
Dr. J.A. Wijnne, Een nieuwe gast | 19 | |
Onze eeuw op het gebied van Geschiedenis en van Staatkunde. Veertiendaagsch Tijdschrift onder leiding van H. Tiedeman. | ||
Noorman, Val van recht, dat onrecht is | 22 | |
La Reconstruction de l'Empire d'Allemagne et la liberté de l'Europe par G.G. Vreede, professeur de droit public et des gens à l'Université d'Utrecht. | ||
De Commune | 23 |
[Deel 2, pagina VI]
Blz. | ||
---|---|---|
Nog iets in zake het Ultramontanisme | 27 | |
Een paar opmerkingen over de adressen der Roomsch-katholieken en de pauselijke onfeilbaarheid, door Mr. A.J.W. Farncombe Sanders. | ||
Noorman, Geschiedenis van den dag | 29, 124, 332, 407 | |
Dr. J.G. Schlimmer, De wet van vooruitgang | 99 | |
Dr. J.A. Wijnne, Een niet genoeg overwogen en slecht gemotiveerd vonnis | 117 | |
Dr. L. Beins, Jan de Witt en zijn buitenlandsche politiek tijdens den vrede van Westminster en de Noordsche kwestie (1653-1660). | ||
Dr. P.L. Muller, het oude en het nieuwe Duitsche rijk | 191 | |
Noorman, Vredewerk | 208 | |
J.J. Cremer, De oorlog een noodzakelijk kwaad? De eeuwige Vrede, door Dr. A.L. Poelman. | ||
Van Tuerenhout, De Pruisische wijze van legervormingen hare toepassing op ons land | 299 | |
Het bestuur van Nederlandsch Indië | 381 | |
De staatsinstellingen van Nederlandsch Indië, beschreven door Mr. P.A. van der Lith, hoogleeraar aan de Rijksinstelling voor Onderwijs in Indische taal-, land- en volkenkunde te Leiden, en J. Spanjaard, leeraar aan de Instelling voor Onderwijs in de taal-, land- en volkenkunde van Nederl.-Indië te Delft. | ||
Mr. B.H. Pekelharing, Naar aanleiding van de sociale quaestie | 469 | |
De mensch in zijn bedrijf. Hollandsche bewerking van E. About's A.B.C. du travailleur, door dr. J. l'Ange Huet. | ||
Arbeidsloonen en levensbehoeften in de gemeente Arnhem. Rapport van de commissie, door de Werkmansvereeniging ‘Arnhem’ belast met het instellen van een grondig onderzoek omtrent de arbeidsloonen binnen Arnhem, en na te gaan of die loonen evenredig zijn aan de billijke behoeften van den werkman; met aanwijzing van de middelen tot verbetering. |
Blz. | ||
---|---|---|
Een stiefkind | 215 | |
De gezondheidsleer en hare toepassing in het dagelijksch leven, door C.J. van der Burcht van Lichtenbergh, Officier van Gezondheid der le klasse. |
[Deel 2, pagina VII]
Letterkunde.
Blz. | ||
---|---|---|
A.C. Joosten, Insulinde | 137 | |
Insulinde, het land van den Orang-oetan en den Paradijsvogel, door Alfred Russel Wallace. Uit het Engelsch vertaald en van aanteekeningen voorzien door Prof. P.J. Veth. | ||
Een boek voor België dat ook in Nederland wel gelezen mag worden | 146 | |
Le Catholicisme et la Religion de l'Avenir, par F. Laurent, Professeur à l'université de Gand. Premiere Série. | ||
J. Hoek, Een schets, maar nog geen schilderij | 148 | |
Erasmus en zijn Tijd. Historische schets door H. Martin, Schrijver van ‘De Hedendaagsche Geldbelegging.’ | ||
D.C. Nijhoff, De oorlog van 1870 en de duitsche literatuur | 219 | |
Eene literarisch-historische studie. I. | ||
J. Hoek, Goede en goedkoope lectuur | 232 | |
Verhalen en schetsen door Arnold Ising. | ||
Vrouwen door een vrouw geschetst | 234 | |
Christine van Oosterwey. Door vrouwe Conrtmans, geboren Berchmans. | ||
Operator, Literatuur der telegrafie | 350 | |
Jaarboekje, opgedragen aan de Ambtenaren der Telegrafie in Noord- en Zuid-Nederland, onder redactie van W.C. Beddingen C.H. van der Linden. | ||
Dr. A. de Jager, Derde en laatste proeve uit mijn woordenboek der frequentatieven | 423 | |
Welgemeend | 485 | |
Elisabeth van Frankrijk, Historisch Romantische Schets, door Betsy Perk. | ||
Een Prachtwerk | 488 | |
De Jaargetijden, door J.J.L. ten Kate. | ||
Vertalingen en herdrukken | ||
‘Door eigen kracht.’ Naar het Engelsch van Charles Reade, vrij bewerkt door Jo. de Vries | 237 | |
Mathilde of Nina. Hoe de liefde genezen wordt, door G.J. Whyte-Melville. Uit het Engelsch vertaald door Marie van Oosterwijk | 238 | |
De Gekerkerde Leeuw. Uit het Engelsch door Miss Yonge, schrijfster van: Het Huisgezin van Docter May, Hoop en Vrees, de Duif in 't Arendsnest, etc. | 239 | |
Veronica. Een verhaal van de schrijfster van: De beproevingen van Tante Margaret, Om den broode, enz. Uit het Engelsch door Oda | 241 | |
Phineas Finn. Een verkiezingsroman van Anthony Trollope. Met een woord tot inleiding van J.H. Maronier. III deelen | 352 | |
Vrouwen-Brevier. Keur van uitspraken over de roeping der vrouw | 490 | |
De dienaren der maag, vervolg der geschiedenis van ‘Een hapje brood,’ door Jean Macé. Naar de zesde fransche uitgaaf door Dr. H. Hartogh Heijs van Zouteveen | 491 | |
Strijd baart Vrede. Een verhaal van Amalia von Klausberg, Schrijfster van: Zielskracht en hartstocht. Naar 't Hoogduitsch door W.L.F. Moltzer. Opgedragen aan H.K.H. de Groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach | 493 |
[Deel 2, pagina VIII]
Mengelwerk.
Blz. | |||
---|---|---|---|
Aart Admiraal, XVII-XXIV, Onze oppervlegeltijd | 46 | ||
Celestine, herinneringen aan 't Zuiden. | |||
X. | Een pijnlijke ontmoeting | 151 | |
XI. | De vinger Gods | 168 | |
XII. | Een Reizend genie | 267 | |
XIII. | Hartszaken | 356 | |
XIV. | Laatste ontmoeting | 436 | |
XV. | Alice's bekentenis | 495 | |
XVI. | Afscheid | 518 | |
Besluit | 523 | ||
P. Heering, Uit mijn werkkring | 243 | ||
Mevr. van Westrheene, Uit den vreemde. | |||
Pauline Lucca op het oorlogstooneel | 69, 181 | ||
De vrouw moet haren man volgen | 445, 524 | ||
Suum cuique. | |||
De Bokjes van Dr. A. Pierson | 78 | ||
Dr. L. Beins, Antikritiek | 367 | ||
Dr. J.A. Wijnne, Bedenkingen tegen de antikritiek van Dr. Beins | 457 | ||
's Volks erfdeel | 458 | ||
‘Het Morgenlicht’ | 536 | ||
Synodale moed | 537 | ||
Stemmen over het onderwijs aan Meisjes | |||
XVIII. | Rotterdam | 84 | |
XIX. | Waarom het amendement Jonckbloet-van Kerkwijk verworpen werd | 92 | |
XX. | Programma der Middelbare meisjesschool te Haarlem. Cursus 1870-71 | 188 | |
XXI. | Het onderwijs aan meisjes, beschouwd door de Algemeene Onderwijzersvereeniging, gevestigd te Rotterdam | 287 | |
XXII. | Een overrompeling | 369 | |
XXIII. | Aart Admiraal, Aan mevrouw douairière Kraanvogel, geb. Breet-Fan-Plooien te Amsterdam | 371 | |
XXIV. | Johanna, Tweeërlei wijsheid | 378 | |
XXV. | Het Weekblad voor de burgerlijke administratie | 459 | |
XXVI. | Philodemus, Aan de Redactie van de Tijdspiegel | 537 | |
XXVII. | E. Presuhn, Is het raadzaam, gemeenschappelijke hoogere burgerscholen voor jongens en meisjes op te rigten? Een paedagogisch advies | 540 | |
Brievenbus. | |||
I. | W. van Beuningen, Denheere C. Hooijer, over het Geestelijk kantoor van Delft en zijn legende | 94 | |
II. | Dr. H. Oort, Over de doopsformule | 188 | |
III. | Over en voor den werkman | 296 | |
IV. | Dr. H. Oort, Pseudo-vrijzinnigheid | 461 | |
V. | Haarm, Over ‘tweeërlei vergift’ | 465 | |
VI. | Over Patent-belasting van den geest | 467 |