de kracht van den vierden stand. Wij willen het niet gelooven. Zoo de vierde stand op het politiek gebied zijn aanspraken wil handhaven, zal hij toonen door geestesontwikkeling de gelijke van den derde te zijn. Brandstichting en moord mogen betrekkelijk eenvoudige en machtige middelen zijn om haat te openbaren, zij zijn weinig geschikt om convictiën te grondvesten. De misdaden van het absolute koningschap, de Bartholomeusnacht en de dragonnades, hebben het ancien regime ondermijnd. Physieke kracht heeft nog nooit een overtuiging tot de blijvend heerschende gemaakt.
Er zijn waarheden zoo eenvoudig, dat zij dikwerf vergeten worden, omdat ieder meent ze steeds zich te herinneren.
De herhaling is daarom niet overbodig Wil de vierde stand zijne rechten zien erkend, hij breke met de mannen des bloeds, die niets vermogen dan hun haat te koelen. Want, wie maatschappelijke orde en recht lief heeft, wordt gedwongen zich tegen hen te keeren, die slooping en niet opbouw der maatschappij najagen, en om zelfs de hand te leenen tot maatregelen, die, in een andere orde van zaken, onverbiddelijke bestrijders in hen zouden hebben gevonden.
De vergadering te Versailles was van den aanvang voor een groot deel royalistisch gezind. Toch zou de meerderheid hare plannen niet zoo openlijk durven uitspreken, veel min zoo openlijk de verwezenlijking najagen, indien het schrikbeeld der Parijsche Commune niet de eerlijke republikeinen verlamde. De republikeinsche staatsvorm is gecompromitteerd door deze onwaardigen, die Frankrijks verleden, roem en toekomst gering hebben geschat, zoo zij hun haat slechts konden bevredigen. De terugkeer tot de monarchie schijnt ieder, die veiligheid en orde lief heeft, het eenig redmiddel tegen de woeste uitbarsting van haat en vernielingszucht toe.
Oppervlakkig beschouwd is het een onverklaarbaar feit, dat mannen als die der Commune zoo langen tijd op zulk een wijze hebben kunnen heerschen. In het wezen der zaak is de verklaring niet moeijelijk. Ieder schrikbewind is een tijdlang sterk, omdat het de elementen van tegenstand niet, gelijk in een gewone orde van zaken geschiedt, poogt onschadelijk en machteloos te maken, maar ze vernielt. De dooden vechten niet.
Maar de levenden toch wel, zal men zeggen. Hoe hebben zulke individuen een oogenblik het vertrouwen der Parijsche bevolking kunnen winnen? Het antwoord geeft de geringe beschaving en ontwikkeling der bevolking. Zij kan niet onderscheiden, wie vertrouwen verdienen en wie niet, omdat zij den maatstaf der kennis niet bezit. Vandaar, dat zij wordt medegesleept door de begoocheling van schoonschijnende redenen.
Dit is het lot van alle volken, wier opvoeding onder de curateele der geestelijkheid staat. Opgevoed tot eerbiediging van het gezag der