Brievenbus.
II.
Van een' modernen johanniter.
Mijn portret heb ik al gezonden aan Dr. Verweij; wel zeker, Mijnheer de Redacteur, dat heb ik niet vergeten, en Dr. Verweij zal in den Haag wel een geschikt biograaf voor mij vinden. Wat zoudt gij denken van Mr. d'Engelbronner? Misschien wel wat bourgeois, he? Anders - met het monument heeft hij zich wel eenige aanspraak verworven.
In elk geval, meer dan eenige heldin der liefde meen ik regt te hebben op de dankbare hulde van tijdgenoot en nakomelingschap.
Een drie, vier nieuwe Kruis-vereenigingen heb ik op touw gezet.
Vooreerst het Zwarte Kruis: dat wil liefdegaven inzamelen om Engelsche steenkolen aan te koopen voor de Pruisische locomotieven. Ruhrgruis is waarlijk schier niet meer te krijgen: de mijnwerkers staan in de Pruisische gelederen, en hoe zal men ammunitie voor het bombardement van Parijs aanvoeren, wanneer de Pruisische treinen niet loopen kunnen?
Dan het Wollen Kruis, dat polsmofjes zal breijen voor de Pruisische artilleristen, wier handen in de bittere kou zooveel te lijden hebben bij hun werk.
Mogen ze een wijle verademen van den zwaren arbeid, dien ze met zooveel christelijke naauwgezetheid volbrengen, dan sta het Saaijen Kruis ter hunner hulp gereed: het verschaffe warme wanten voor hunne verkleumde handen en dikke slaapmutsen, opdat ze bij hun biddend belegeringswerk geen koû in 't hoofd vatten.
Het Verlakte Kruis heeft te zorgen voor de glimmende laarsjes van de officieren op de receptie bij den Keizer te Versailles en voor glacé-handschoenen bij de bidstonden tot den Heer der heerscharen.
Eindelijk zal het Naamlooze Kruis moeten voorzien in al de behoeften, welke door de, nog maar al te schaarsche Kruisvereenigingen in Nederland onbevredigd gelaten worden.
Want, inderdaad, we hebben nog maar zeer weinig gedaan om de eer der Nederlandsche weldadigheid op te houden.
Gedaan? De gekwetsten op 't slagveld opgezocht en verbonden - dat kan ook een liberaal en misschien een Jood wel doen.
Maar daarenboven? Wát, bid ik u, wát is er gedaan, dat nu eenmaal den naam van iets buitengewoons, van iets schitterends, van een in 't oog loopend liefdewerk verdient, iets daar men meê voor den dag kan komen?
We hebben misschien de Pruisische schatkist voor een nestige honderd duizend thaler gebaat door hun gekwetsten en hun zieken in hun land voor onze rekening te nemen; we gaan nu, met ons Blaauwe Kruis, hun gevangenen verplegen, opdat zij al hunne beschikbare middelen kunnen gebruiken om er nieuwe te maken. Maar wat hebben wij overigens gedaan om hun den oorlogslast te verligten en in den heldenkamp voor Europa's vrijheid en beschaving hen te steunen?
Immers niets, niets - laat ons 't met schaamte erkennen.