Bij 't kinderziekbed.
De taak der moeder aan het ziekbed harer kinderen. Naar het Fransch, door Dr. C.P. ter Kuile, Praktiseerend Geneesheer te Enschedé. Arnhem, J. Heuvelink. 1869.
Gaarne voldoen wij aan het verzoek der Redactie van dit Tijdschrift, door het bovengenoemde werkje van den Franschen hoogleeraar Fonssagrives aan te kondigen.
Wij zeggen ‘gaarne’, omdat dit nuttige boekje een ruimere bekendheid, ook hier te lande, allezins verdient, en onze aankondiging wellicht hiertoe kan strekken.
De taak der moeder, als verzorgster harer kinderen bij ziekte, wordt daarin met juistheid omschreven, en verschillende zaken welke daarvoor te weten noodig zijn, worden hier met takt en degelijkheid besproken.
Aldus kan dit geschrift een plaats worden aangewezen naast dat van onzen landgenoot Dr. Allebé, die de opvoeding en ontwikkeling van ‘het kind’, bij den gezonden toestand, in zijn gevierd boek, op populaire wijze heeft behandeld.
Niet minder degelijk en aantrekkelijk tevens bespreekt Fonssagrives, in het bovengenoemde geschrift, al datgeen waarop de moeder heeft te letten bij de ziektetoestanden harer kinderen. Hij wil haar opheffen tot de waardige hoogte eener verlichte ziekteverpleegster ten bate eener beter vruchtdragende geneeskundige verzorging der kinderen door desbevoegden, aan wien zij in dit opzicht haar vertrouwen schenken. Ter bereiking van dit doel behandelt schrijver, in den vorm van ‘Entretiens familières’ velerlei onderwerpen in dit boek. Na eenige inleidende beschouwingen namelijk ‘over de waarde van de gezondheid en van eene goede verpleging der kinderen’ worden achtereenvolgende besproken: 1o. De moeder en de doctor. 2o. Kwakzalverij en oude wij ven-praatjes. 3o. Nuttelooze middelen, gevaarlijke middelen. 4o. De vier zuilen van de geneeskunde der vrouwen. 5o. Onpasselijkheid en ziekte. 6o. Dentitie en groei. 7o. De waarneming der moeder. 8o. De ziekenkamer van het kind. 9o. Over zindelijkheid en de inrichting van het bed. 10o. Helpen en bezoeken. 11o. Over de gewone zorgen en hulpmiddelen bij de behandeling. 12o. Over den leefregel van zieke kinderen. 13o. Verpleging in het herstellingstijdperk.
Deze Entretiens dragen het kenmerk van veelvormige eigene ervaring in de geneeskundige praktijk. De meeste beschouwingen toch van den schrijver zijn als uit het leven gegrepen. Dit praktisch karakter verhoogt zeer de waarde van zijn geschrift, dat daarbij door aangenamen en pikanten stijl, voor beschaafde lezers zich bijzonder aanbeveelt.
Met eenige ‘Spreuken en Stellingen’, toepasselijk op de gezondheid der