De Tijdspiegel. Jaargang 26

[p. 308]

Twee nutte boekjes voor de volksschool.

Handleiding en rekenboek bij de voorstelling der Nederlandsche maten en gewigten, geteekend door A.F. Aarts, door J.F. Jansen, hoofdonderwijzer aan de 3de burgerschool te Harlingen. Leeuwarden, Hugo Suringar, 1869.

De groote plaat van de Nederlandsche maten en gewigten voor schoolgebruik en kantoren, die met uitnemende zorg geteekend en uitgevoerd is en waarvoor den heeren Aarts en Suringar beiden dank toekomt, verdient algemeen bekend te zijn en meer dan dat algemeen ingevoerd te worden. De prijs van f 16,50 daaraan besteed, zal bepaald rente voor de school en het leven geven. Na de wet op de systematische benamingen, die met 1 Januarij 1870 in werking treedt, zal de school zich in het bijzonder geroepen achten, zij moge over het stelsel van benamingen oordeelen zoo als zij wil en de invoering der namen al of niet succès voorspellen, om de leerlingen de benamingen goed te leeren kennen en het stelsel in zijn geheele wezen zuiver te doen opvatten. De bovengenoemde handleiding, die te gelijk rekenboek is, kan daarbij met goed gevolg gebezigd worden. Zij kan ook gerust door meer bejaarden, op kantoren als anderzins gebruikt worden, en wanneer zij geregeld gevolgd wordt, zal men het verband van het stelsel, den gang der benamingen en het gebruik in het leven goed leeren vatten. Er is eene groote verscheidenheid in de vraagstukken. Jammer dat de vroegere en latere geschiedenis van ons metriek stelsel er ook niet in gegeven, en dat in de algemeene herhaling aan het einde niet eene grooter reeks van gemengde voorstellen gevonden wordt. De verkorte aanwijzing der met rieke benamingen volgens den schoolopziener A.J.H. v.d. Toorn wordt er ook in aangetroffen. Worden bij een mogelijken herdruk onze wenschen ter verbetering zoo mogelijk opgevolgd, het boekje, dat nu reeds de ruimste aanprijzing verdient, zal er gewis nog bij winnen.

Oefeningen in het practisch en theoretisch rekenen voor jeugdige onderwijzers, door J.D.R. Moll. Deventer, A.J. van den Sigtenhorst, 1869.

De opgaven, die in dit werkje voorkomen, hebben gedeeltelijk haren oorsprong in gehouden vergelijkende en provinciale examens of zijn gedeeltelijk nieuw. Zij mogen echter allen gerust eens nagegaan en door hen voor wie zij bestemd zijn, naar onzen bescheiden raad, zoo mogelijk echter altijd oordeelkundig, opgelost worden. Deze verzameling van den heer Moll is schoon en goed. De vragen over de theorie verdienen ook wel eens overweging, te meer daar verscheidene nieuw en frisch zijn. Het boekje ga dus niet onopgemerkt voorbij, maar menig jeugdig onderwijzer trekke er dat nut van, hetwelk hij bij goed gebruik er gewis van trekken kan.

M.

G.B.L.