leggen, op deze wijze ingericht, leert men hun hoe het in den handel niet voorkomt.
Er bestaat ook geen enkele reden om dit boek te folieeren; naar orde des tijds wordt in het Memoriaal geschreven, wat er in den handel geschiedt, zoodat de reden, waarom men folieert, namelijk het bestaan van een ontvang- en een uitgaaf-zijde naast elkander, hierbij wordt gemist.
Het Journaal is even onpractisch ingericht, zoodat ook dit boek een verkeerd denkbeeld geeft van de wijze waarop de koopman zijn Journaal houdt. Waarom het Journaal in omvang tweemaal zoo groot is als het Memoriaal, is ons niet duidelijk.
Hierop volgt een kasboek van 5 folio's, dat wel geheel weg kan blijven, omdat de onderwijzer aan den leerling in één oogenblik kan duidelijk maken, hoe een kasboek er uit ziet en op welke wijze het wordt ingeschreven; het is dus oorzaak dat, ‘voornamelijk de Hoogere Burgerscholieren’ veel kostbaren tijd verspillen, dien zij voor andere doeleinden waarlijk wel noodig hebben.
Eindelijk vinden wij een Grootboek van 41 folio's. Den uitgever heeft het goed geacht op ieder folio het woord Deb. en Cred. te doen drukken, alsof het werkelijk noodig ware den leerlingen op ieder folio van het Grootboek te herinneren, wáár de Debet- en waar de Creditzijde te zoeken is. Dit is meer dan overbodig. In de eerste of tweede les wordt hun gezegd, dat van oudsher in ieder boek, waarin Debeten Creditzijden voorkomen, de linker bladzijden voor het Debet en de rechter voor het Credit zijn bestemd, en dat vergeten zij niet.
Bovendien is ook dit boek weder niet te gebruiken, want er ontbreekt een kolom aan voor de pagina's van het Journaal, die niet gemist kan worden.
Voorts vindt dezelfde uitgever, die het noodig achtte op iedere linker bladzijde een waarschuwing te plaatsen, dat het de Debetzijde is, en op iedere rechterzijde, dat zij bestemd is voor Creditposten, er geen bezwaar in om van de leerlingen te vergen, dat zij minstens 41 namen van rekeningen voortdurend in het hoofd houden en nog wèl, met de folio's van het Grootboek, waarop zij te vinden zijn, want een alphabetisch register is in deze boeken niet te vinden.
In 't kort, deze boeken behooren tot de weinigen, die tot niets deugen, maar gesteld dat zij goed waren ingericht, dan nog zouden zij onbruikbaar zijn omdat zij in één band zijn genaaid. Het overdragen van het eene boek in het andere wordt daardoor ten hoogste bemoeilijkt.
Rotterdam.
L. Droogleever Fortuijn.