ning gelaten worden,’ - zoo zag hij toch wel in, dat hier iets anders voor hem lag, dan een vervolg op bovengedachte Tuinbouw-flora.
Er zijn thans, in twee cahiers, vier afleveringen van Neerlands Plantentuin gereed, - genoeg om zich nu aangaande den aard en het doel van dat tijdschrift een denkbeeld te kunnen vormen. Het doel is: allen, die liefhebberij in bloemen hebben, die bloemen in hare eigenaardigheden te doen kennen, van de opmerkenswaardige verschijnselen, die zich gedurende haar leven openbaren, eene verklaring te geven, in één woord bij voorbaat de vragen te beantwoorden, die een nadenkend bloemenliefhebber aan een wetenschappelijken botanicus zou kunnen doen. Jaarlijks zullen 18 platen verschijnen, en de op die platen afgebeelde planten zullen als 't ware den tekst leveren voor de mededeelingen van den Redacteur, waarbij hij met de op den titel vermelde medewerkers niet slechts ten aanzien van de keus der planten zal te rade gaan, maar deze ook, gelijk uit de verschenen afleveringen blijkt, hunne eigene mededeelingen zullen voegen. Ook zullen er, buiten de platen om, nu en dan mededeelingen gedaan worden 't zij op het gebied der hortikultuur, 't zij op dat van de vorm- of levensleer der gewassen.
Dit is in het algemeen het plan van Neerlands Plantentuin. Het allereerste opstel, over Begonia Lapeyrousii, een gekweekte bastaard van B. hydrocotylifolia met B. incarnata, is zeer geschikt om van de wijze van behandeling een denkbeeld te geven. Na de geschiedenis van de studie der Begonia's en de geographie van dat geslacht met een kort woord gedacht te hebben, geeft de heer Oudemans een overzigt van de eigenschappen van het geslacht Begonia in het algemeen. Daarbij komen in de eerste plaats de asymmetrie en de vleezigheid der bladen en de vorksgewijze vertakking der bloemtuilen in aanmerking. Ook wordt natuurlijk besproken de fraaije kleur der bladen, waaraan de Begonia's vooral hare gunstige ontvangst onder de sierplanten hebben te danken. Vervolgens wordt gehandeld over het verschil tusschen de mannelijke en vrouwelijke bloemen, de kleur der bloemen, de vruchten, benevens de verdeeling der meer jaren overblijvende Begonia's in dezulke, die jaarlijks tot op een in den grond overblijvend deel afsterven, en in andere die een niet afstervenden heesterachtigen stam bezitten. Terwijl bij dit alles verschillende soorten van Begonia's als voorbeelden worden aangehaald en kortelijk gekarakteriseerd, krijgt men eindelijk eene beschrijving van de in deze aflevering afgebeelde B. Lapeyrousii, waarbij ten slotte door den heer Groenewegen het noodige over de behandeling der Begonia's wordt gevoegd. - Bij dit laatste zij het Ref. vergund het volgende te voegen. Een zeer gewoon exemplaar van B. discolor, geplant in een zeer grooten pot, was door verzuim gedurende een strengen winter in de open lucht blijven staan. Men wilde in het voorjaar den pot gebruiken om er iets anders in te zetten, doch liet dit na, toen het bleek dat er jonge blaadjes uit de aarde in den pot opschoten. Er ontwikkelde zich nu eene Begonia van zoo buitengewoon grooten omvang,
als Ref. zich niet herinnert ooit op eene tentoonstelling te hebben gezien. De knol, op den behoorlijken tijd opgenomen en in een kelder bewaard, mislukte echter in het daarop volgende jaar.