onze naburen, die van dit vak zulk eene nauwgezette studie hebben gemaakt?
De geschiedkundige werkjes van Pütz vonden reeds jaren lang in de bekende overzettingen van Dr. Mehler hun weg op onze gymnasiën en instituten; wanneer wij dus dienzelfden naam op den titel vinden van een paar boekjes over vergelijkende aardrijkskunde, dan nemen wij ze vol vertrouwen ter hand, en vinden ons daarin niet bedrogen.
Het eerstgenoemde boekje is voor leerlingen ingericht, terwijl het tweede, waarvan nog slechts één deel verschenen is, den onderwijzer ten dienste moet staan; dit laatste is dan ook eene uitbreiding van het eerste. Wat den ‘leiddraad’ aangaat, wij kunnen niet anders dan dien prijzen; door zijne betrekkelijke beknoptheid en duidelijkheid is hij aanbevelenswaardig. De volgorde en behandeling kunnen bij het onderwijs goede vruchten dragen, omdat er een algemeen overzicht vooraf gaat, hetwelk in latere leerboeken wel eens geheel gemist wordt; en toch, zonder dit is het eene onmogelijkheid den kinderen iets van staatkundige indeeling te doen begrijpen; eerst moeten zij eenige algemeene kennis dragen van de gedaante van den aardbol, vóór zij de verdeeling leeren begrijpen.
Bij de volgorde der werelddeelen is de historische in het oog gehouden; Azië staat voorop, daarna volgen Afrika, Europa, Amerika en Australië: zonder iets af te willen dingen op de bewijzen en de verdediging, welke voor een dergelijk stelsel kunnen gebruikt worden, komt het ons toch immer voor dat het werelddeel, hetwelk wij bewonen, ons het meeste belang moet inboezemen, en dat wij daarvan de meeste kennis moeten hebben, zoodat wij dit gaarne voorop zien staan.
Bij het doorbladeren der werkjes sprongen ons enkele onnauwkeurigheden of weglatingen in het oog, welke echter gemakkelijk aan te vullen zijn: zoo wordt er, zeker om een rond cijfer te krijgen, beweerd dat de aarde 1300 millioen bewoners heeft, en toch leest men in de laatste opgaven van Petermann's Mittheilungen (een Tijdschrift hetwelk door den vertaler dikwijls geraadpleegd werd) dat er waarschijnlijk 1288 millioen gevonden worden; zoo misten wij de vermelding van de Nyas-eilanden ten westen van Sumatra, van Prins Wales of Poelo Pinang, van de Andaman en Nikobarische eilanden, van de Lakediven en Malediven; zoo zochten wij in Afrika naar de opgave van Rodriguez bij de Maskarenen, van de Komoren, van de Fransche eilanden Nossi-bé, St. Marie en Mayotte, enz. doch wij willen dit als geene te grove fouten aangeven, het zijn omissies welke bij eene toegewenschte tweede uitgave kunnen verbeterd of aangevuld worden; 't was ook geene zondenlijst, welke wij op 't oog hadden, 't was ons alleen te doen om te wijzen op het goede der boeken, doch die hier en daar alweder de bewijzen dragen dat geen menschelijk werk volmaakt is.
Uitvoering, druk en papier zijn zooals wij dat van de uitgevers gewoon zijn, wien wij een ruim debiet toewenschen.