toch eenig, dikwijls een helder en verrassend licht, aangaande het voorwerp onzer nasporing kunnen doen opgaan. Daarbij, stelde men zich vroeger met het opsommen van feiten en het vermelden van data te vrede, en achtte men zelfs het vertellen van bijzonderheden, die daarmede in geen onmiddellijk verband stonden, strijdig met de waardigheid der geschiedenis, men is tegenwoordig van een ander gevoelen; men wil niet alleen de feiten leeren kennen, maar ook de aanleiding daartoe tot in haar eerste en dichtst verborgene beginselen nasporen; men wil bij der menschen handelingen ook de geheime roersels en drijfveeren daarvan vernemen, en op het groote schouwtooneel der wereld willen wij gaarne en gedurig achter de schermen zien enz.’
Er zullen weinigen zijn, die het met den schrijver dezer opmerkingen niet eens zijn, doch ik geloof, dat daarom de wijze, waarop de heer van Lennep deze beginselen bij het schrijven zijner biografiën heeft toegepast, op minder algemeene goedkeuring mag rekenen. Het hoofdverwijt toch, dat aan deze biografiën wordt gedaan, is, dat ze al te wijdloopig zijn, dat er veel in is opgenomen, wat weinig meer dan zeer geringe belangstelling kan wekken. Zoo bijv. begint het leven van C. van Lennep met zeer wijdloopige bijzonderheden nopens de familie van Lennep. De geschiedenis van het Manpad wordt van den oorsprong opgehaald. Over het vinken der familie worden allerlei bijzonderheden medegedeeld enz.
Het spreekt van zelf, dat het onmogelijk is de belangrijkheid van dergelijke bijzonderheden te bewijzen aan hem, die ze vervelend vindt. Intusschen is h e ontwijfelbaar, dat de kennis van het leven onzer vaderen vrij wat uitgebreider en degelijker zou zijn, indien onze letterkunde meer dergelijke werken bezat, als deze twee levensbeschrijvingen. Juist aan deze breede voorstelling, deze mededeeling van allerlei nesterijen is het te danken, dat de lezer een zeer helder begrip krijgt van het leven der Amsterdamsche aristokratie in de vorige eeuw. Als bijdragen tot de geschiedenis der zeden en gewoonten van een aanzienlijk en invloedrijk deel onzes volks zullen zij hunne waarde behouden, lang nadat de populariteit van den schrijver is ondergegaan.
Uit een politiek oogpunt daarenboven heeft vooral het leven van C. van Lennep groote waarde. Bij het weinige, dat uit familiearchieven omtrent de beweging van 1787 tot dusver is bekend geworden, zijn de hoofdstukken, waarin de schrijver Amsterdam's houding bespreekt en teekent, een belangrijke aanwinst te achten. Het leven van Mr. D.J. van Lennep is meer dat van den geleerde, en levert uit den aard der zake voor de staatkundige geschiedenis van ons land minder nieuws op. De brieven toch van den heer Hije Schooltheer mogen lang zijn, veel licht verspreiden de beschouwingen niet van den man, wiens oordeel zeer dikwijls onder den invloed was zijner wenschen en teleurstellingen. Voor de geleerden-historie daarentegen is D.J. van Lennep's leven zeer interessant. Bijkans alle voorname mannen op het gebied der wetenschap komen hier meer of minder ter sprake: en menige particulariteit is hier opgenomen, die een helder licht verspreidt over hun onderlinge verhouding.
Ten aanzien der literarische verdien-