door het gebrek aan hoofden. Vele vorsten gaven in den beginne toe, om later iedere concessie, aan het volk gedaan, terug te nemen en hun wel te doen gevoelen, dat zij weêr de baas waren.
De beweging was mislukt. De reactie begon. Zij, die zich te veel op den voorgrond geplaatst hadden, moesten het land verlaten, zoo zij niet veroordeeld wilden worden.
Onder de hevigste republikeinen telde men professor Kinkel. Hij plaatste zich aan het hoofd der beweging, en wilde van geen toenadering weten. Men veroordeelde hem dan ook, toen men weêr baas was, tot levenslange tuchthuisstraf. De roode republikein moet onschadelijk gemaakt worden. Hij Weet echter te ontsnappen en vlugt naar Londen. Zijne vrouw en kinderen voegen zich daar bij hem.
Deze vrouw was van haar eersten man gescheiden, had door muziekonderwijs in het onderhoud van haar en de haren voorzien; - zij leerde professor Kinkel kennen, en werd zijne vrouw nadat zij haar katholijk geloof had afgezworen; - zij deelde lief en leed, waaronder ballingschap, met den Bonnschen professor; - voorziet ten tweeden male in het onderhoud der haren, door het geven van les in de muziek, en maakt na tienjarige ballingschap door zelfmoord een einde aan haar leven, dat haar tot last werd.
Veel bewogen leven!
Het is aan die vrouw dat we het boek ‘Hans Ibeles te Londen,’ te danken hebben.
Het is dus eene vrouw met eene rijke levenservaring welke tot ons spreekt.
Wat zouden we gaarne een oog slaan in het dagboek van Johanna Kinkel. Dit zoude ons een diepen blik doen slaan in een menschenleven.
Het boek dat voor ons ligt meldt van dit alles niets.
Dit neemt niet weg dat het goed is te weten, onder welke levensomstandigheden zij leefde, welke ons de vrucht van haar denken en van hare levenservaring mededeelt. Groot is de invloed dier levensomstandigheden, en de echo van dien invloed is het geschrevene woord. Daarom is een boek de afdruk van het karakter, het wezen en zijn van den schrijver. Wanneer ge daarom denkt dat ‘Hans Ibeles’ een boek is vol klaagtoonen en ziekelijke denkbeelden, tot welke gedachte ge gebragt wordt door alleen het uiteinde dier vrouw op uwe weegschaal te leggen - dan brengt u dat tot verkeerde gevolgtrekkingen.
Men bespeurt niets van het gedachtenproces, dat haar tot die daad bragt; men verneemt niets van hetgeen haar daartoe bewoog. Wij kunnen daarnaar raden, wij kunnen het toeschrijven aan het heimwee naar de liefelijke boorden van den Rijn, en het spleen, die vreesselijke kwaal der oevers van de Theems, of aan iedere andere oorzaak. Weten doen we het niet. Wij missen daarvoor veel: maar daar we niet kunnen oordeelen, is ons het veroordeelen zeker ontzegd.
Het boek dat voor ons ligt munt uit door eenvoudigheid en gezonde praktische levensbeschouwing.
Wat vinden we dan in ‘Hans Ibeles?’
Hans Ibeles is een toonkunstenaar van meer dan gewone verdiensten; hij dweept met de muziek, hij verstaat de groote meesters, en Beethoven, Haydn, Mozart spreken tot hem in verstaanbare taal; ook hem viel de gave ten deel, zijne gedachten in harmonische toonen te kunnen weêrgeven.
Meêgesleept in de beweging van '48 stelt hij zich, eenmaal in die rigting, te veel op den voorgrond. Hij is gedwongen het land te verlaten en gaat naar Londen met vrouw en kinderen.
Ibeles is genoodzaakt, ten einde in het onderhoud der zijnen te voorzien, les te geven in de beginselen der muziek en zich te getroosten het a, b, c aan anderen in te prenten.
Dit kost hem, die zich tot meer in staat rekent, die door studie en aanleg aan-