Letterkunde.
Eene leemte aangevuld.
Nederlandsche klassieken, uitgegeven en met aanteekeningen voorzien door Dr. Eelco Verwijs, Arch. Bibliothecaris van Friesland. I. Vondels Leeuwendalers. - Leeuwarden. H. Suringar.
Het was een gelukkig denkbeeld van Dr. Eelco Verwijs, een uitgave met aanteekeningen van de voornaamste stukken onzer letterkunde aan te vangen. Wie, die met het onderwijs in eenige betrekking staat, heeft de behoefte niet gevoeld aan dergelijke geschriften? Welken lof men toch aan het ‘jonge Holland in spe’, gelijk Dr. Verwijs ze noemt, geven kan, het is onloochenbaar, dat de belangstelling in Fransche romans grooter is, dan de zucht om bekend te worden met de meesterstukken onzer eigene letterkunde. Doch laat ons billijk zijn: om onze oude schrijvers te genieten wordt te veel voorstudie vereischt, dan dat jongens van 16, 17 jaar niet door de moeite ietwat afgeschrikt worden. Het is een oude meening, die wel een oude dwaling mag heeten, dat er geen studie vereischt wordt om geschriften in oud-Hollandsch geschreven te genieten Zouden de knapen, die Homerus bewonderen, terwijl zij de vormen zijner taal ontleden en de grammatika moeten opslaan, om hem te begrijpen, zouden zulke knapen niet zeer zeldzame uitzonderingen zijn? Ik geloof, dat het niet te ontkennen is en eerlijk gezegd, dat het geen bewijs levert voor het verval van ons jong Hollandsch menschengeslacht. Zelfs wij, ouderen op leeftijd, genieten juist niet veel als wij bezig zijn een letterkundig produkt van vreemden oorsprong met behulp van grammatica en dictionnaire ons eigen te maken.
Het is een vreemd denkbeeld en dat toch langen tijd heeft geheerscht, dat onze klassieken der 17de eeuw geene commentaren behoeven. In onzen tijd is men van die zonderlinge begrippen genezen en de verschillende uitgaven, door Schrant, van Lennep, van Vloten, enz. van Vondel en anderen gegeven, werken zamen om voor goed een einde te maken aan dat dwaze volksgeloof. Naar mate de overtuiging veld wint, dat het niet genoeg is Hollandsch te praten om Hollandsche auteurs van voor twee eeuwen te begrijpen, zal het getal van hen verminderen, die zich onbeschroomd een oordeel over de nationale letterkunde